Binnenland

Jaar cel geëist tegen terrorismeverdachte

ROTTERDAM (ANP) - Het openbaar ministerie heeft dinsdag twaalf maanden celstraf, waarvan vier maanden voorwaardelijk, geëist tegen Soumaya S. wegens verboden wapenbezit.

5 October 2005 10:12Gewijzigd op 14 November 2020 03:01

Officier van justitie J. Plooy stelde voor de rechtbank in Rotterdam dat hij niet kan bewijzen dat de vrouw uit terroristisch oogmerk heeft gehandeld.In juni werden Soumaya S. en Martine van den O. als terreurverdachten aangehouden. De arrestaties van deze moslima’s hielden verband met de aanhouding van vermeend kopstuk van de Hofstadgroep Nouriddin El F., de echtgenoot van Soumaya. Deze vermeende terrorist was tot dat moment voortvluchtig.

El F. had een doorgeladen machinepistool bij zich toen een arrestatieteam hem overmeesterde op het Amsterdamse station Lelylaan. Soumaya werd samen met El F. aangehouden. Korte tijd daarna werd Martine van den O. in Rijswijk (Zuid-Holland) gearresteerd.

Nouriddin El F. wordt met de andere vermeende leden van de Hofstadgroep berecht. Behalve voor lidmaatschap van deze vermoedelijk terroristische organisatie moet hij zich ook verantwoorden voor het bezit van het machinepistool met de bijbehorende munitie. De inhoudelijke behandeling van het proces tegen de Hofstadgroep begint op 5 december en duurt naar verwachting twee maanden.

„Uit het onderzoek is niet vast komen te staan dat S. iets van plan was om te doen toen ze werd gearresteerd”, concludeerde Plooy. Daarom vroeg de aanklager vrijspraak voor de verdenking dat het wapenbezit in het geval van de vrouw uit terroristisch oogmerk was. „Als officier van justitie zeg ik wel dat El F. niet voor niets met een gereedstaand automatisch vuurwapen zal hebben rondgelopen. Maar het doel is niet duidelijk geworden en El F. en S. willen hierover niets zeggen.”

Wel moet Soumaya volgens de aanklager hebben geweten dat haar man een vuurwapen had en ermee rondliep. Dat maakt hij onder meer op uit de manier waarop de vrouw reageerde bij de aanhouding.

Uitspraak op 18 oktober.

Ze probeerde haar man af te schermen, wellicht om hem de mogelijkheid te geven zijn wapen te pakken. Ook maakte S. tijdens een afgeluisterd telefoongesprek met haar broer melding dat ze over het automatisch machinepistool beschikte. Dit gesprek vond kort voordat ze werd aangehouden plaats. Ze noemde daarbij het merk van het wapen, een Agram 2000, hetzelfde wapen dat Nouriddin bij zich had. Ook heeft ze aan medegedetineerden verteld dat ze wist dat El F. met een doorgeladen vuurwapen rondliep.

Soumaya S. bleef dinsdag tegen de rechters hardnekkig ontkennen dat ze wist dat haar man over het vuurwapen beschikte. Ze benadrukte dat moslims in haar ogen geen geweld tegen ongelovigen of afvalligen mogen gebruiken. Eveneens ontkende ze dat ze een zelfmoordaanslag zou voorbereiden. „Het doden van jezelf is niet geoorloofd voor vrouwen. Ik ben tegen het doden van onschuldige mensen. Ook het verrichten van oorlogshandelingen en het meedoen aan oorlog is niet geoorloofd”, verklaarde ze.

De verdachte zei verder dat de verklaringen van haar medegevangenen zijn gelogen. Het telefoongesprek met haar broer moet als „dollen” worden gezien.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer