De belangstelling van de pers voor de opleiding islam, die vorige maand van start ging, is groot. Zo’n twintig journalisten, fotografen en cameramensen kwamen gisteren af op een college godsdienstfilosofie van theologe Annewieke Vroom. Speciaal voor hen stelde de VU gisteren en vandaag twee islamcolleges open.In de zaal zitten zo’n dertig studenten, van wie de helft moslim is. Anderen volgen het vak godsdienstfilosofie als onderdeel van de opleiding religie en levensbeschouwing.

De islamitische bachelorstudent Abdessamad Elamraoui heeft een stelling gemaakt en formuleert daar vervolgens antwoorden op vanuit het gezichtspunt van het christendom. ”God kan alleen het goede willen”, zo luidt zijn these. „De stelling is naar mijn mening belangrijk”, zegt hij, „omdat het thema goed en kwaad in veel religies terugkomt. Men vraagt zich altijd af: Als deze God almachtig en goed is, hoe kan het dan dat er kwaad is in de wereld?”

Een argument voor deze stelling is volgens Elamraoui dat wat God aanwijst per definitie goed is. „Wat God wil, kan dus niet verkeerd zijn. De wil van God is een geheim, dat ons kennen te boven gaat.” Het christendom leert dat God het kwaad heeft geschapen, denkt Elamraoui. „De wereld was een paradijs, totdat Adam en Eva kennis van goed en kwaad kregen. Ze aten van de verboden vrucht en waren God ongehoorzaam.”

Vroom: „Hoe noemen we dat?”

Elamraoui komt niet op de juiste antwoord. „God schiep de wereld met een wet”, verduidelijkt hij. „God heeft lucifers gemaakt en de regel was: niet aansteken. Iemand anders heeft de lucifer aangestoken.”

Christelijk
Een van de studenten is een Amsterdamse ex-imam, die graag anoniem wil blijven. Hij zegt grote verschillen te zien tussen de islamcolleges aan de VU en de opleiding die hij eerder in Marokko volgde. „Hier is het veel kritischer. Je kijkt meer naar verschillende meningen, zoals over God. Wat zit erachter? In Marokko wordt meer vanuit de schepping gedacht. God heeft het gewoon op die manier gedaan.”

Hij merkt wel dat de VU vanouds een christelijke universiteit is. Na even nadenken: „Je merkt het aan de boeken die je bestudeert. Die staan toch in een christelijke context.” Een probleem vindt hij dat niet. „Helemaal neutraal hoeven ze niet te zijn. Kennis opdoen van de islam, dat is mijn grote doel.”

Levend
Dat de islamopleiding zo veel reacties opriep, had Yvo Jouvenaar niet verwacht. Meer dan 180 moslims informeerden in de maanden april, mei en juni naar de opleiding. Ter vergelijking: over de christelijke theologische masters wordt in een heel jaar zo’n honderd keer inlichtingen gevraagd. „De islam is daarmee onze meest levende master”, aldus Jouvenaar.

Tot het traject islam van de bacheloropleiding religie en levensbeschouwing en tot de masteropleiding islamitische geestelijke verzorging werden uiteindelijk ruim dertig moslims toegelaten. Een geschiktheidscommissie kijkt eerst of de kandidaten voldoen aan een aantal eisen, zoals vooropleiding en motivatie.

Het doel van de masteropleiding is niet in de eerste plaats om imams op te leiden, maar om een bredere groep moslims in staat te stellen zich op academisch niveau meer kennis van de islam eigen te maken. De meeste studenten gaan na hun studie aan de slag als geestelijk verzorger in ziekenhuizen, zorginstellingen of gevangenissen.

De toegelaten studenten zijn „hoog gemotiveerd” als ze aan de studie beginnen, zegt opleidingscoördinator prof. dr. H. Vroom. „Ze zien dat ze deze opleiding moeten hebben om goed in een ziekenhuis of gevangenis te kunnen functioneren. Daarnaast hebben veel moskeeën parttimers en mbo’ers in dienst. Er zijn genoeg mensen die in Turkije of Marokko een vierjarige academische opleiding volgden, maar hier schoonmaken of bij een transportfirma werken.”

Vroom ontkent dat studenten een liberale islam krijgen voorgesteld. „We willen hen confronteren en laten nadenken over zaken als homoseksuele relaties. Er is hier godsdienst- en gewetensvrijheid. We willen de studenten uitdagen; dat willen ze zelf namelijk ook. We hechten erg aan academische vrijheid.”