„Inzet strafrecht leidt tot meer radicalisme”
DEN HAAG (ANP) – Meer wetten en meer inzet van het strafrecht kunnen mensen van de samenleving vervreemden en het radicalisme versterken.
Die opvatting huldigen de ministers Remkes (Binnenlandse Zaken) en Donner (Justitie) in een nieuw ‘plan van aanpak’ voor de bestrijding van radicalisme en radicalisering.De ministers stellen in het plan, dat vrijdag naar de Tweede Kamer is gestuurd, dat „radicalisme als zodanig niet in strijd is met de democratische rechtsorde. (…) Democratie is zelfs mede bedoeld om ook radicale opvattingen ruimte te geven zich te uiten, teneinde aanhangers geen rechtvaardiging te geven om naar geweld te grijpen".
Het kabinet is ook van mening dat de huidige wetgeving voldoende ruimte biedt voor het aanpakken van radicalisme, of het nou gaat om radicalisme van moslims, van rechtse jongeren of van dierenactivisten.
Op een punt willen de ministers het strafrecht wel aanscherpen. Onderwijzers of geestelijk leiders als imams die aanzetten tot haat of geweld kunnen uit hun beroep worden gezet. Nu kan dat alleen als ze recidiveren, zich herhaaldelijk schuldig maken aan aanzetten tot haat. Het kabinet wil het ook bij de eerste keer al afstraffen: dan volgt meteen ontzetting uit het beroep.
Een ander concreet plan waar de ministers over denken om radicalisering zo snel mogelijk te signaleren en tegen te gaan, is de invoering van een anonieme kliklijn, vergelijkbaar met ’Meld misdaad anoniem’.
De brede aanpak die het kabinet voorstaat, behelst verder dat lokale overheden, politie en inlichtingendiensten en maatschappelijke organisaties zo veel mogelijk doordringen in de „haarvaten” van de maatschappij. Gemeenten als Rotterdam en Amsterdam zijn hier al „voortvarend” mee aan de slag. De Nationale Coördinator Terrorismebestrijding (NTCb) biedt lokale overheden hierbij ondersteuning en expertise, aldus Remkes en Donner.