De minister besprak haar voorstel vrijdag in de ministerraad. Het gaat om migranten met een verblijfsvergunning die door de rechter zijn veroordeeld voor een vergrijp. Het plan is niet van toepassing op erkende vluchtelingen of mensen die genaturaliseerd zijn.Nu is het nog zo dat er pas verblijfsrechtelijke consequenties kunnen volgen als een vreemdeling een zeer zwaar misdrijf heeft gepleegd. Verdonk wil dat dit voor alle misdrijven gaat gelden. Daaronder valt bijvoorbeeld ook diefstal.

VVD-Tweede-Kamerlid Visser vindt dit een goed voorstel. Hij heeft hier in het verleden ook op aangedrongen, omdat hij het belangrijk vindt dat de vreemdeling zich altijd aan de Nederlandse wet houdt. Volgens Visser bestaat er nu een soort glijdende schaal, waarin de kans steeds kleiner wordt dat een vreemdeling na een misdrijf wordt uitgezet naarmate hij langer in Nederland is.

PvdA-woordvoerder Dijsselbloem vindt het voorstel veel te ver gaan. Zijn standpunt wordt gedeeld door directeur J. van Tilborg van het Internationaal Netwerk van Lokale Initiatieven ten behoeve van Asielzoekers (Inlia). Hij noemt het voorstel „goedkoop en populistisch.”

Van Tilborg wijst op de asielzoekers die op medische gronden een verblijfsvergunning hebben gekregen. „Door hun verleden heeft een aantal van hen psychische problemen en gaan ze soms door het lint. Dat is niet goed te praten, maar we hebben een rechtssysteem inclusief resocialisatie om mensen op hun verantwoordelijkheid aan te spreken.”

Volgens Van Tilborg moet er onderscheid gemaakt worden „tussen mensen die een keer een fout maken en degenen die doelbewust het criminele pad op gaan. Volgens het voorstel van de minister is het stelen van een appel al voldoende om asielzoekers het land uit te zetten. Dat gaat veel te ver. Ook bij autochtone jongeren gebeurt wel eens wat. Je moet misdrijven via de reguliere rechtsgang aanpakken.”

Ook juridisch kan het plan van de minister niet, vindt de Inlia-directeur. „Artikel 8 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens wijst op het recht op een gezinsleven. Dat strookt niet met het uitzetten van één gezinslid.”