Groenpionier blijft overlopen van ideeën
BAARN - Het gesprek is twee uur bezig als Hans Blokzijl even stilvalt: bij de vraag of hij een gelukkig mens is. „Ja, want ik deel mijn leven met velen. Iets bezitten is niet leuk als je ’t niet deelt.” Kweker van bijzondere bomen, verzamelaar, liefhebber van klassieke jazz en gastheer is hij, met grote passie. „Niemand kan mij volgen, ik ben erg vermoeiend.” Niettemin lopen de zaken voorspoedig.
Een zondagskind, een lastpost, een gedreven man, een visionair, een uniek en bevlogen figuur, immer bruisend van ideeën. „Mensen zeggen wel eens tegen me: Hans, waar jij ’s nachts van droomt, voer je overdag uit.” Met het levensverhaal van Blokzijl (52) is gemakkelijk een vuistdikke biografie te vullen. Zo veel activiteiten in één mensenleven geperst, het lijkt een onmogelijkheid.In Rotterdam raakt hij als kind gegrepen door de natuur. „Kralingse Bos, Diergaarde Blijdorp. Urenlang stond ik bij de volières.” Nu voedert hij, voorafgaande aan het gesprek, nog even z’n vogelverzameling. Die huist in twee enorme vogelverblijven naast z’n kantoor. „Wida’s, wevers, glansspreeuwen, Australische kuifduiven, witte parelhoenders, gele goudfazanten. Dit is voor mij elke dag een mooi moment.” In een nabije loods staat een indrukwekkende verzameling van tientallen unieke, oude Volvo’s. „In m’n hart ben ik half Zweed. Mooie bomen en Volvo’s horen bij elkaar.”
Blokzijl volgde de Middelbare Tuinbouwschool, de Hogere School voor Tuin- en Landschapsinrichting en studeerde aan de Landbouwuniversiteit Wageningen. „Een min of meer zelfbedachte studierichting, botanie.” Het pad van middelbaar onderwijs via hbo- tot en met universitair onderwijs noemt hij een fantastische route. „Werken, zelf achter de kruiwagen lopen én tegelijkertijd intelligent werk doen: dat is de beste combinatie. Ik heb nog steeds zwarte nagels. Als het moet, maak ik hier ook de plee schoon, of zuig ik m’n eigen kantoor. Nog altijd sjouw ik graag met mest.”
In 1980 start hij het Nationaal Cursuscentrum Groen (NCG). Geeft cursussen aan de afdelingen groenvoorziening in steden en dorpen, samen met tien cursusleiders die hij zelf schoolt. „Toen ik er vijf jaar geleden mee stopte, hadden we 28.000 mensen in 520 gemeenten opgeleid. Het mes sneed altijd aan twee kanten. Mensen die mijn bomen kochten, leerde ik ook ermee om te gaan.”
Bomencentrum Nederland BV start in 1985, als Blokzijl samen met een compagnon een failliete kwekerij van 3,5 hectare in Groenekan overneemt. Tien jaar later vraagt de directeur van Staatsbosbeheer hem of hij interesse heeft in de 25 hectare grote SBB-kwekerij in Baarn. „Volledig vergane glorie, het was daar nog 1950. Eén grote bende. Het fraaie kantoor van nu was toen een soort kolen- en opslaghok.”
Beleverde Staatsbosbeheer destijds de rijksoverheid met tien soorten bomen, onder Blokzijl ontwikkelde het Bomencentrum zich tot toonaangevende kwekerij binnen Europa. „Ik wilde bij de eerste drie horen.” Dat lukte. „Bijna 700 soorten staan hier, waarvan 350 verschillende lei- en vormbomen: piramide-, zuil-, cilinder- en dakbomen. Passen allemaal goed in stedelijk gebied. Veel van onze specialiteiten komen terecht op speciale plekken, bijvoorbeeld begraafplaatsen.” Op dit moment omvat het Bomencentrum 60 hectare, verspreid over Groenekan en Baarn. „In 90 procent van de gemeenten staan bomen van ons.”
Vijf jaar geleden ontdekte Blokzijl de behoefte aan groepsaccommodatie. „Groenbedrijven wilden met groepen komen kijken wat we te bieden hebben.” Die vraag inspireerde hem tot de bouw van het Groene Paviljoen, dat drie jaar geleden opende. Een futuristisch ogend gebouw, volledig uit hout en glas opgetrokken, adembenemend mooi en in harmonie met het parklandschap waarin het staat.
Alweer een idee van Blokzijl, uitgevoerd samen met architect Edwin Smit. „We noemen het een concept, het is geen zalenverhuur.” Vanaf het begin loopt het Groene Paviljoen als een tierelier, vaak is het zes dagen in de week bezet. De lijst van gasten is lang en indrukwekkend. Banken, verzekeraars, consultancy, captains of industry, overheden en auto-importeurs streken afgelopen jaar in Baarn neer.
„Voorwaarde voor verhuur is dat er minimaal een uur van de bijeenkomst wordt ingeruimd voor een wandeling door park en kwekerijen. Vaak leid ik zelf groepen rond. Ik word gevoed door m’n gasten. Iedereen is voor mij even belangrijk. Elke gast krijgt een hand bij het komen en bij het gaan. Ik ben een communiceerder, ben gesteld op persoonlijk contact. Daarom ben ik anti computer, ik kan en wil er niet mee werken. Wil iemand afspreken? Niet per mail. Mensen komen bij me langs.”
Het meest recente plan staat al helemaal op papier, maar wacht nog op toestemming van betrokken overheden. „TreeTop Parkhotel. Nu moeten mensen die hier confereren in Amsterdam of zelfs in Apeldoorn slapen.” Het hotel, in de vorm van een 32 meter hoge boom, omvat 64 kamers, allemaal verschillend. Ook dit gebouw zal geheel in hout en glas worden uitgevoerd. „Zou de overheid hier niet meewerken, het hotel komt er. Desnoods in Thailand of Peking, want daar is de belangstelling inmiddels al gewekt.”