Dat is de uitkomst van een onderzoek dat United Fish Auctions (Verenigde Nederlandse Visafslagen) en het Landbouw Economisch Instituut (LEI) uit Wageningen gezamenlijk hebben uitgevoerd. Dat gebeurde in opdracht van de gemeente Den Haag en in samenspraak met de visserijsector. Donderdag werd de visie in de visafslag aan de Scheveningse wethouder W. Stolte overhandigd.De onderzoekers K. Taal van het LEI en J. van Nieuwenhuijzen, directeur van United Fish Auctions, toonden zich verheugd over hun rapport. „Alle neuzen staan nu één kant op”, zei Van Nieuwenhuijzen.

Voor het eerst in de geschiedenis spreken de reeds gevestigde visserijbedrijven en de visafslag de intentie uit dat zij open staan voor vernieuwing en uitbreiding van de visserij in Scheveningen. Zelfs een eventuele verhuizing van het totale viscluster naar het Norfolk-gebied, dat op termijn vrijkomt omdat dit bedrijf naar Vlaardingen vertrekt, behoort tot de mogelijkheden.

Voorwaarde is wel dat de gemeente Den Haag een dergelijke grote operatie ten volle ondersteunt en stimuleert. Zo is er onder meer extra kaderuimte nodig. Ook moet er volgens de bedrijven nog een goed onderzoek komen naar het kostenplaatje. Wethouder Stolte zei dat het college zich ten volle wil inzetten om de visserij ten dienste te zijn. „Want Scheveningen zonder visserij, dat is onbestaanbaar.”

Mocht een verhuizing naar het Norfolk-terrein niet mogelijk blijken, dan wil de visserij de mogelijkheid krijgen om te investeren in het Noordelijk Havenhoofdgebied. De gemeente zou dan daarin moeten investeren.

Internationaal gezien is Scheveningen, op het gebied van visaanvoer en -verwerking, een haven van gemiddelde omvang. Binnen Nederland is het de belangrijkste aanvoerplaats voor verse en diepgevroren vis.