Kamer verdeeld over aanpak topinkomens
DEN HAAG (ANP) – De Tweede Kamer is verdeeld over de manier waarop topinkomens in de publieke sector aan banden moeten worden gelegd.
De regeringsfractie D66 en de linkse oppositie willen regelen dat niemand in deze sector meer mag verdienen dan de minister-president (op dit moment circa 130.000 euro per jaar). CDA en VVD vinden regelgeving echter te ver gaan.Ook het kabinet wil geen dwang. „Direct ingrijpen is het allerlaatste paardenmidel dat je moet willen", aldus minister Remkes van Binnenlandse Zaken donderdag tijdens een overleg in de Tweede Kamer.
Als het kabinet bij zijn weigerachtige houding blijft, zal D66 met een eigen wetsvoorstel komen. Dat kan op steun rekenen van PvdA, GroenLinks en SP. Daarmee heft het echter nog geen meerderheid. Ook LPF en ChristenUnie zijn nodig voor een meerderheid. Deze fracties namen donderdag niet aan het debat deel.
Het kabinet heeft eerder aangekondigd voor politieke ambtsdragers (burgemeesters, commissarissen van de koningin) en rijksambtenaren het salaris van de premier als maximum te gaan hanteren. Maar voor de semi-publieke sector wil het kabinet niet verder gaan dan de verplichting topsalarissen openbaar te maken.
D66 en de linkse partijen denken dat er daardoor niets verandert. Zij wezen er donderdag op dat directeuren van ziekenhuizen en woningcorporaties op dit moment vaak aanzienlijk meer verdienen dan de premier. D66-kamerlid Bakker wil dat het kabinet zo snel mogelijk met maatregelen komt.
Volgens Bakker werkt de transparantie die het kabinet nastreeft in de publieke sector zelfs averechts. In sommige kringen ben je volgens hem „geen knip voor je neus waard als je niet meer verdient dan de minister-president”.
Maar CDA en VVD denken dat regelgeving niet helpt. Volgens CDA-kamerlid De Vries zijn er altijd wel manieren om die te omzeilen. „Als de verantwoordelijken niet inzien dat er een maatschappelijk belang is, is regelgeving gedoemd te mislukken”.