P. voer in juni vorig jaar met zijn vissersschip Grietje Bos in de Eems tegen de Duitse garnalenkotter GRE-8.Het Duitse vaartuig sloeg om en zonk. De schipper van de kotter kwam door het ongeval om het leven, twee andere bemanningsleden konden worden gered.

Volgens de rechtbank heeft schipper P. onvoorzichtig gevaren, zijn jarenlange werkervaring ten spijt. Het ongeluk deed zich ’s nachts voor. P. voer te hard en heeft onvoldoende acht geslagen op de aanwezigheid van garanalenkotters. Ook hield hij de dekverlichting aan, waardoor hij slecht zicht had op zijn omgeving.

Het vonnis van de rechtbank is aanmerkelijk lager uitgevallen dan de eis van de officier van justitie. Deze vorderde twee weken geleden een celstraf van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, en een geldboete van 20.000 euro. De rechtbank woog ten gunste van schipper P. mee dat hij van meet af aan openheid van zaken heeft gegeven. Bovendien heeft hij direct na de aanvaring een noodsignaal afgegeven en is hij een „moedige reddingsoperatie” begonnen, aldus het vonnis.

Deze operatie redde het leven van de twee andere Duitse opvarenden. P. verbond na de botsing beide schepen met een staaldraad, waardoor het tweetal de kelderende garnalenkotter konden ontvluchten. Daarna hielp P. bij het bergen van de verdronken schipper.

Volgens de rechtbank is gebleken dat P. „oprecht spijt” heeft van het dodelijke incident. Het bezwaart hem zeer en hij leeft mee met de nabestaanden van het slachtoffer, merkt de rechtbank in het vonnis op. P. is niet eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten, en de rechtbank acht de kans klein dat hij opnieuw in de fout gaat. Door al deze omstandigheden vindt het rechtscollege een onvoorwaardelijke celstraf niet op zijn plaats.