Een en ander blijkt uit een enquête van reizigersvereniging Rover, waarvan de resultaten donderdagmiddag zijn gepresenteerd. De conducteur kan volgens een woordvoerder van Rover wel wat meer pit gebruiken.De conducteur moet er volgens de reizigers in de eerste plaats voor zorgen dat het reizen per trein veilig is, zo komt uit het onderzoek naar voren. Maar juist daar zijn de reizigers erg ontevreden over. Ze geven de conducteurs een 5,8 als gemiddeld rapportcijfer.

Het gevoel van onveiligheid wordt versterkt doordat conducteurs zich in de ogen van de reizigers te weinig laten zien. De door Rover ondervraagde mensen gaven het NS-personeel daarvoor slechts een 5,3. Als de conducteur zich wel laat zien, is hij niet hulpvaardig, stelt Rover.

De geënquêteerden zijn verder niet te spreken over de kaartcontrole. Het rapportcijfer kwam uit op een 5,5.

De NS is bezig met een programma waarbij conducteurs worden aangemoedigd zich vaker door de trein te begeven. „Dit is een stap in de goede richting, maar je kan de houding van conducteurs niet van vandaag op morgen veranderen”, zei de Rover-woordvoerder.

De cultuur onder conducteurs klopt volgens Rover niet. Sinds 2001, het rampjaar bij de NS, zijn ze veel minder vaak door de treinen gaan lopen, aldus Rover. De dienstverlening was dat jaar enorm slecht en de conducteurs kregen vaak kritiek van reizigers te horen. Inmiddels is er veel nieuw personeel aangenomen dat deze last niet met zich draagt.

Ook met het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft het spoorbedrijf afspraken gemaakt over de dienstverlening van de medewerkers. De kans dat een reiziger binnen dertig minuten een conducteur tegenkomt, bedroeg in 2003 45 procent, aldus cijfers van de NS. Dit jaar moet dat percentage toenemen tot 50. In 2009 moet het zijn gestegen tot 60.

Volgens de vakbond voor machinisten en conducteurs VVMC is het onderzoek van Rover erg kort door de bocht. „Onze mensen doen hun uiterste best, maar ze staan onder grote druk”, zei een woordvoerder. „Conducteurs willen niets liever dan in een veilige omgeving werken. Maar dat hebben ze niet helemaal zelf in de hand”.