Dat blijkt uit het ContinuVrijeTijdsOnderzoek (CVTO), een grootschalig consumentenonderzoek naar het vrijetijdsgedrag van de Nederlandse bevolking. Het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen (NBTC) werkt voor dat onderzoek samen met het Nederlands Research Instituut voor Toerisme en Recreatie (NRIT) en met TNS NIPO. De resultaten van het onderzoek werden donderdag bekendgemaakt.Gedurende een jaar hebben de onderzoekers in kaart gebracht wat Nederlanders doen in hun vrije tijd. Ze registreerden alleen de zogenoemde „dagrecreatieve” activiteiten buiten de eigen woning, waarbij men minimaal 1 uur (inclusief reistijd) van huis is. Bezoek aan familie, vrienden of kennissen en vakantieactiviteiten bleven buiten beschouwing.

Het geschatte bestedingsbedrag wijkt enorm af ten opzichte van het laatste grootschalige onderzoek naar de omvang van de vrijetijdsmarkt. In 2000 schatte de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid die nog op 76 miljard gulden (35,5 miljard euro).

„De bestedingen in de vrije tijd liggen hoger dan elke verwachting, helemaal als je het vergelijkt met 2000”, vindt H. Mommaas, hoogleraar vrijetijdswetenschappen aan de Universiteit van Tilburg. „Dat komt trouwens vooral door het verschil in definitie. Wat reken je tot de vrijetijdsbesteding en wat niet? In dit nieuwe onderzoek rekent men bijvoorbeeld ook de vervoerskosten en de bestedingen tijdens het funshoppen mee. Daardoor komt het totaalbedrag veel hoger te liggen.”

De Nederlandse bevolking onderneemt op jaarbasis ongeveer 4,6 miljard vrijetijdsactiviteiten. Per Nederlander komt dat neer op 5 á 6 activiteiten per week. Per activiteit wordt gemiddeld 16 euro uitgegeven. Ongeveer 40 procent van alle vrijetijdsactiviteiten heeft plaats in de eigen woongemeente.

Nederlanders brengen hun vrije tijd graag door in een winkel. Het ’funshoppen’ staat bovenaan de toptien van vrijetijdsactiviteiten, gevolgd door buitenrecreatie, sporten en uitgaan.