Eis: TBS in moordzaak Vlaardingen
ROTTERDAM (ANP) - Officier van justitie S. Sleeswijk Visser heeft woensdag TBS met dwangverpleging geëist tegen de Vlaardinger die begin dit jaar zijn 76-jarige moeder vermoordde en vilde.
Justitie eiste geen celstraf, omdat de man ten tijde van de moord volledig ontoerekeningsvatbaar was.Het openbaar ministerie in Rotterdam vroeg de rechtbank de 43-jarige R. Z. te ontslaan van rechtsvervolging, omdat er een duidelijk verband is tussen de ziekte van de verdachte en zijn daad. Het Pieter Baan Centrum stelde vast dat Z. psychotisch was en dus niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor wat hij wat heeft gedaan.
Politiemensen troffen de man op 5 februari ’s avonds laat aan op een kruispunt in Vlaardingen. Hij stond het verkeer te regelen en prevelde bijbelteksten. Op het politiebureau ontdekten de agenten dat Z. een jas droeg gemaakt van de huid van zijn slachtoffer. Later trof de politie in een woning het lichaam van de vrouw aan.
Voor de rechtbank in Rotterdam verklaarde Z. dat hij veel van zijn moeder hield, maar wel moest gehoorzamen aan wat hij beschouwde als de opdracht van God om een offer te brengen. Hij koos zijn moeder, juist omdat hij veel van haar hield.
J. van Riet, advocaat van de verdachte, wees erop dat Z. het heel zwaar heeft nu hij door medicijnen uit zijn waan is en beseft wat hij gedaan heeft. Op het moment zelf voelde Z. ook al weerstand tegen de „opdracht van God.” „Ik heb haar zo snel mogelijk gedood, zodat ze niet zou lijden. Ik hou van mijn moeder en ik wilde haar niet doden, maar ik moest.” Z. bood zijn excuses woensdag aan aan zijn zus en andere nabestaanden van zijn moeder.
De verdachte leed aan zogeheten betrekkingswanen. Veel van wat hij hoorde en zag betrok hij op zichzelf. Vlak voor de moord sprak hij met een eveneens verwarde vriend over de jas die hij kwijt was. Die vriend, van wie Z. dacht dat hij Jezus was, zei hem ook dat „het voor tien uur ’s avonds moest gebeuren.” Thuisgekomen keek de Vlaardinger naar een christelijke televisie-uitzending. Z. dacht dat de tv direct boodschappen van de Heilige Geest aan hem overbracht.
Nadat in het programma werd gezegd: „Wie naar de koning gaat, zal hem het mooiste moeten brengen wat hij bezit”, concludeerde de Vlaardinger dat hij een offer moest brengen. Daarop deed hij een baco, messen en een schaar in een tas en vertrok naar de woning van zijn moeder.
J. van Riet, raadsman van Z., verzocht aan het begin van de zitting de zaak achter gesloten deuren te behandelen. Hij noemde het een „onrechtvaardige inbreuk op het leven van de verdachte als morgen heel krantenlezend Nederland hierover zou lezen. Dit dient geen doel.” De rechtbank, die op 12 oktober uitspraak doet, wees dat verzoek af.