De Europese eisen hebben onder meer betrekking op de manier waarop het kind in het stoeltje vastzit, op de voetsteuntjes en op de bevestiging van het stoeltje op de fiets. De VWA heeft in totaal tien verschillende soorten fietsstoeltjes onderzocht.Reden voor blinde paniek onder fietszitjesbezitters is er niet, volgens een woordvoerster van de VWA. „Het is niet gezegd dat de stoeltjes onveilig zijn. Het kan echter wel beter met de veiligheid.”

De Nederlandse wet stelt nog geen eisen aan fietsstoeltjes. „Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) of anders het ministerie van Verkeer en Waterstaat zouden fabrikanten kunnen manen om hun producten zo aan te passen dat ze voldoen aan de Europese normen. Een andere optie is nader onderzoek, want dit eerste onderzoek was verkennend”, aldus de VWA-zegsvrouw.

Ieder jaar worden op de eerstehulpafdelingen van ziekenhuizen 160 kinderen behandeld na een ongeval met een fietsstoeltje. Meestal gaat het om een valpartij, waarbij het kind uit het stoeltje valt of de fiets met kind én stoeltje omvalt. Als het kind valt doordat het uit het stoeltje klimt, kan dat worden voorkomen door een kindveilige sluiting van het stoeltje.

Veel kinderen komen met de voeten of benen tussen de spaken. Ieder jaar moeten daarvoor 3100 kinderen worden behandeld.