Reimerswaal teleurgesteld in overheid na bijna-ramp
KRUININGEN - De gemeente Reimerswaal is „bijzonder teleurgesteld” over de in haar ogen laconieke houding van de landelijke overheid ten opzichte van mogelijke rampen met schepen op de Westerschelde. Dat bleek dinsdagavond tijdens een debat.
De raad debatteerde naar aanleiding van de stranding van het containerschip Foiwaret vorige week, waarbij gevaarlijke stoffen dreigden vrij te komen.De raad riep de minister dinsdagavond in een motie op om „daden te stellen.” Bovendien liet hij weten dat meer scheepvaartverkeer als gevolg van verdieping van de Westerschelde onbespreekbaar is. „Het vormt een groot gevaar voor mens en natuur.”
Loco-burgemeester J. A. Bliek liet woensdagmorgen weten dat Reimerswaal ook de gemeenten rond de Westerschelde oproept om haar voorbeeld te volgen en protest aan te tekenen in Den Haag tegen de huidige gang van zaken.
Het schort volgens Bliek met name aan preventiemaatregelen, maar ook de bevoegdheid rond wegslepen moet worden uitgebreid. „Misschien moet er een hulpverleningsschip bij komen, halverwege de Westerschelde.” Hij vindt echter dat dit de taak is van de overheid, en ook voor de kosten willen de gemeenten volgens hem niet opdraaien. „Daar moet de overheid in voorzien, of desnoods Antwerpen.”
Ook de regels voor de transportschepen zijn volgens Bliek onduidelijk. „Hoe kan het dat die kapitein herhaaldelijk heeft geweigerd om begeleiding van een sleepboot te krijgen? Daar moet naar gekeken worden.” Bliek zei woensdagmorgen echter geen al te concrete maatregelen te willen voorstellen. „Daar moeten de experts zich over buigen. Misschien moet er eenrichtingsverkeer komen op de Westerschelde, maar al die dingen moeten nog worden onderzocht.”
Het containerschip Fowairet, dat vorige week op een zandbank liep in de Westerschelde, is woensdagochtend naar de containerkade bij Verbrugge Zeeland Terminals gesleept. Daar zullen de resterende containers uit het schip worden gehaald.
Omdat het schip nog steeds olie lekt, werd het begeleid door een oliebestrijdingsvaartuig. Nadat het schip werd afgemeerd, werden daarom opnieuw oliewanden, zogeheten ”oilbooms”, rond het schip gelegd. Het lossen van de rest van de containers gaat ongeveer twee weken duren.
De bergers, het Belgische URS en het Nederlandse Multraship, voeren voortdurend berekeningen uit of bij het lossen geen gevaar ontstaat. Zij letten daarbij op het evenwicht en de spanning op het schip. Alle containers worden met drijvende bakken afgevoerd naar een Vlissings havenbedrijf.
Het is nog niet bekend wat er met het schip gebeurt als de lading is gelost. De bergers laten weten hierover nog geen contact met de eigenaar te hebben gehad.