DSM moet zich op 5 november voor de rechtbank verantwoorden voor het lekken van ongeveer 4000 liter acrylonitril en 200 kilo blauwzuur uit een leiding van de ACN-fabriek in Geleen. DSM laat in een eerste reactie weten dat de veiligheid in en rond de ACN-fabriek nooit in het geding is geweest.

Het OM heeft voor deze strafzaak twee jaar vooronderzoek gedaan, waaruit zeven strafbare feiten naar voren zijn gekomen. Die gaan alle over de leidingen in de ACN-fabriek, waaronder de leiding die in oktober 1999 heeft gelekt. DSM heeft volgens het OM deze leidingen niet voldoende onderhouden, of de leidingen waren niet goed geconstrueerd. Daarmee overtrad de ACN-fabriek de bepalingen van de milieuvergunning en de zogenoemde zorgplichtbepaling van de Wet milieugevaarlijke stoffen.

DSM zegt nog geen kennisgenomen te hebben van de stukken die deze dagvaarding moeten onderbouwen. De stukken beslaan ongeveer 125 ordners, aldus DSM. Het bedrijf zegt dan ook geruime tijd nodig te hebben om de papieren te bestuderen. Zowel het OM als DSM doet verder geen mededelingen over deze zaak.

Een woordvoerder van het OM in Maastricht bevestigde donderdag dat er nog steeds een ander strafonderzoek loopt tegen DSM. Daarbij gaat het om een groot benzeenlek zes jaar geleden. Het OM had DSM ook hiervoor al eens gedagvaard, maar trok deze dagvaarding vlak voor de zitting op 26 maart in. DSM zou daar terecht moeten staan voor het weglekken van honderdduizenden liters kankerverwekkend benzeen op een terrein in Geleen in augustus 1996.