„Moederzijn moet zich weer herstellen”
HILVERSUM - Voor Anne van Panhuis (27) staat het als een paal boven water: „Mensen doen alsof abortus net zoiets is als even een kies laten trekken. Maar het is een grote leugen.”
Met andere vrouwen reisde ze dinsdagmiddag af naar Den Haag om er de nieuwe stichting ”Silent no more. Vrouwen spreken zich uit” te presenteren aan de Tweede Kamer. „Het is zo belangrijk dat dit verteld wordt, want miljoenen vrouwen lopen rond met de gevolgen van een abortus. Je raakt er helemaal mee in de klem.”Achttien jaar was Van Panhuis toen ze zwanger raakte. „Ik ben toen bij mijn vriend gaan wonen. Hij was depressief en gedroeg zich heel onverantwoordelijk. We waren uitgeweest, hij had me dronken gevoerd en ik werd wakker in zijn huis. Zelf had ik een heel strenge opvoeding zonder liefde gekregen. Als kind al wilde ik eigenlijk dood zijn. Daarom leek me dat voor ons kind ook het beste. Later kwam ik erop terug, maar m’n vriend dwong me door te gaan.”
Van Panhuis spreekt nu vaak met vrouwen die een abortus overwegen of al hebben ondergaan. „Dan hoor ik steeds wat ik zelf ook ervaren heb: als je in de kliniek bent, wil je weg. Dat is je instinct: vluchten! Het wordt je aangepraat dat het in jouw situatie het beste is, maar dat is bij niemand zo.”
Een abortus kan ingrijpende lichamelijke gevolgen hebben: bloedverlies, verstoring van de hormonenhuishouding, beschadiging van de baarmoeder of de baarmoederhals. Bij Anne van Panhuis gebeurde dat niet. „Het had gemakkelijk wel zo kunnen zijn, want vijf uur na de abortus werd ik verkracht, terwijl je vanwege infectiegevaar de eerste dagen helemaal geen seksueel verkeer mag hebben.”
Des te ingrijpender waren de psychische gevolgen. „Ik werd ernstiger depressief. ’k Ging heel hard werken. Je probeert het te ontkennen, maar je voelt je verscheurd. Nu kan ik er ordelijk over nadenken, ook door de begeleiding bij Stichting Schreeuw om Leven. Maar het is nog steeds moeilijk. Je voelt enorm veel pijn en verdriet. Nu ik erover vertel, heb ik buikpijn en word ik misselijk, zo grijpt het je aan.”
Spijt over de abortus had Van Panhuis al heel snel. „Je wilt dat kind; dat is je instinct. Het is zo tegennatuurlijk om het te laten weghalen. Ik was heel onrustig en kreeg nachtmerries over kinderen. Bidden durfde ik niet meer. Een abortus breekt ook je moederschapsgevoel. Ik heb daarna nog twee kinderen gekregen, maar je moederzijn moet zich dan weer herstellen. Ik was ook heel bitter en boos: Waarom word je niet gewaarschuwd voor de gevolgen? Ik was net 18 en ik kon nergens terecht.
Ik had er moeite mee om met baby’s om te gaan, later met kleine kinderen. Nu denk ik bij kinderen van acht jaar, onder wie m’n neefje: Zo oud had mijn kind kunnen zijn. Ik werd, ook doordat ik het niet had verwerkt, opnieuw ongewenst zwanger, maar heb toen begeleiding van Schreeuw om Leven gevraagd.”