Eenheidsregering Sudan ingezworen
KHARTOEM - Voor het eerst in de geschiedenis heeft Sudan één regering. Afgelopen week is een regering met ministers uit zowel het zuiden als het noorden van het land officieel door president Omar al-Bashir in de hoofdstad Khartoem beëdigd. Niet iedereen is echter tevreden.
De nieuwe regering bestaat uit 29 ministers en 33 staatssecretarissen. Van de ministers zijn er tien afkomstig uit Zuid-Sudan, wat in lijn is met de verdeelsleutel die in januari bij de vredesovereenkomst tussen Noord- en Zuid-Sudan is afgesproken. Toen is bepaald dat 28 procent van de ministers uit het zuiden zou komen en 52 procent uit het noorden.De voormalige rebellen van het zuidelijke Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA) zijn dus zelfs enigszins bevoordeeld, maar daar staat tegenover dat belangrijkste posten als Binnenlandse Zaken, Financiën en Defensie in handen van noordelingen zijn gekomen. Ook het ministerie van Energie zal door een noordeling geleid worden. De post op Energie is voor het zuiden van groot belang omdat zich daar de oliebronnen bevinden. Volgens het akkoord van januari moet de olie gelijkelijk verdeeld worden tussen noord en zuid.
Het zuiden gaat naar huis met relatief weinig invloedrijke posten als Onderwijs, Transport en Buitenlandse Handel. Van groter belang is echter dat de minister van Buitenlandse Zaken een zuiderling wordt. Het ligt alleen niet voor de hand dat deze minister zich erg vrij mag bewegen van president Omar al-Bashir.
In het zuiden is verdeeld gereageerd op de samenstelling van de nieuwe regering. Veel zuiderlingen zijn bang dat met deze verdeling de uiteindelijke macht bij het noorden blijft liggen en dat er dus feitelijk niets veranderd.
Maar ook de noordelijke oppositionele Nationaal Congres Partij (NPC) heeft protest aangetekend. „De zogenoemde regering van nationale eenheid verdient die naam niet”, liet de islamitische partijvoorzitter Hassan al-Turabi weten. „De SPLM heeft enkel de marginale posten gekregen.” Het NPC weigerde daarom de twee toebedeelde posten op te vullen.
President Omar al-Bashir zag de beëdiging echter als een „teken van wil tot vrede en de vestiging van een nationale eenheid.” Ook president Bush van de Verenigde Staten en secretaris-generaal Kofi Annan van de Verenigde Naties spraken hun gelukwensen uit.
De regering had eigenlijk al op 9 augustus geïnstalleerd moeten worden, maar de beëdiging is toen uitgesteld door de plotselinge dood van SPLA-voorman John Garang. Hij kwam om bij een helikopterongeluk.