Britse troepen weg uit straten van Basra
BAGDAD - Britse troepen hebben zich donderdag voor de tweede opeenvolgende dag nauwelijks laten zien in de Zuid-Iraakse stad Basra. De provinciale gouverneur heeft de samenwerking met de Britten opgeschort totdat de regering in Londen excuses aanbiedt voor de bestorming van een politiebureau om twee gevangengenomen Britse militairen te bevrijden.
Iraakse politieagenten surveilleerden op straat zonder het gebruikelijke escorte van Britse soldaten.De Iraakse nationale veiligheidsadviseur Mowaffak al-Rubaie noemde de Britse actie van maandag in Basra een grove schending van de Iraakse soevereiniteit. De gouverneur van Basra, Mohammad al-Waili, eiste excuses voor de „barbaarse” daad. Het provinciebestuur besloot op een spoedvergadering de samenwerking met de Britse strijdkrachten op te schorten, totdat de Britten met excuses komen en schadevergoeding betalen aan de slachtoffers van de actie of hun nabestaanden. Ook zei de raad overheidspersoneel dat geen verzet heeft geboden tegen de Britse aanval op het politiebureau te zullen straffen.
De Iraakse premier, Ibrahim al-Jaafari, zei donderdag niet te denken dat de problemen in Basra een blijvende breuk tussen het Britse contingent en de Iraakse veiligheidstroepen zullen veroorzaken. Al-Jaafari zei dit na zijn terugkeer uit Londen, waar hij met de Britse minister van Defensie, John Reid, had gesproken.
De Britten gingen er prat op dat zij de situatie in Basra redelijk in de hand hadden, dankzij hun goede samenwerking met de Iraakse autoriteiten. De recente gebeurtenissen roepen echter vragen op over de macht die radicale sjiieten met banden met Iran in het zuiden van het land hebben weten te ontwikkelen, over de rol van de 8500 Britse militairen in Irak en over het tijdschema voor de overdracht van taken aan lokale veiligheidstroepen.
Elders in Irak duurt het geweld voort. Op vier verschillende plaatsen in het land werden zeker acht Irakezen doodgeschoten. Bij een bomaanslag op een Amerikaans konvooi in Bagdad kwam één Amerikaanse militair om en raakten er zes gewond. Woensdagavond overleed volgens een legercommuniqué ook een Amerikaanse militair aan verwondingen die hij had opgelopen bij een ongeluk met zijn voertuig in Kirkuk.
Opstandelingen bliezen woensdagavond met een bom een pijpleiding op die de olievelden van Bay Hassan met Kirkuk in het noorden van Irak verbindt, aldus de politie donderdag. De Iraakse Noordelijke Oliemaatschappij denkt vijf dagen nodig te hebben om de leiding te repareren.