„Jongeren haken steeds eerder af”
„Stem de preek af op jongeren, dat is voor de gehele gemeente goed.” Dat praktische advies geeft J. Graveland graag door nu hij donderdag afscheid neemt bij de Hervormd-Gereformeerde Jeugdbond (HGJB). Vanaf 1978 is hij werkzaam geweest als jeugdwerkadviseur voor de provincie Gelderland. De grote kerkverlating onder hervormd-gereformeerde jongeren baart hem veel zorgen. „De periode waarin we jongeren kunnen bereiken, wordt steeds korter.”
De HGJB telt in Gelderland 10.000 leden, eenderde van het totale aantal van 30.000. Het is een van de meest kerkelijke gebieden met plaatsen waar soms zes predikanten staan. Maar de kerkverlating gaat ook deze provincie zeker niet voorbij. „Je hebt innerlijke en meer zichtbare kerkverlating”, zo onderscheidt Graveland. „In een besloten gemeenschap als Kootwijkerbroek kun je denken dat je het mooi voor elkaar hebt, maar als je een dieptepeiling doet, komen er heel andere gegevens naar voren. In een stad als Harderwijk kom je meer zichtbare kerkverlating tegen en zie je de leegloop zich veel sneller voltrekken. Vaak zeggen we: het is niet zo erg als ze wat anders denken als ze tussen 15 en 17 jaar zijn, ze komen wel terecht als ze 20 of 23 zijn. Ja, maar voor het zo ver is, komen ze al lang niet meer. Er komt veel meer op hen af dan vroeger.”
Veel problemen rond jongeren zijn ouderenproblemen, zo moet Graveland erkennen. Toen Graveland in 1978 aantrad, was het volgen van de ouderen door jongeren veel vanzelfsprekender dan nu. „Tegenwoordig gaan jongeren veel meer hun eigen weg. Zij kiezen veel bewuster en haken openlijker af. Daarbij is de houding van ouderen beslissend. Wat zien jongeren echt bij hen van wat het geloven zo boeiend en aantrekkelijk maakt? Zijn ze echt jaloers op hen en zouden ze ook wel zo gelovig willen zijn als zij? Als het enkel lege vormen zijn, moet je er niet op rekenen dat jongeren hen daarin volgen.”
Het valt Graveland op dat de leeftijdsgrens van de afhakers steeds lager wordt. Was vroeger de leeftijd 18 tot 19 normaal, nu is dat al gedaald tot 15 of 16. „Wij hebben dus niet zoveel jaren om goed bezig met hen te zijn en iets van een relatie op te bouwen.” Graveland stimuleert een plan voor de catechese dat behalve de predikant en catecheet ook mentoren een plaats geeft. Het is een vorm waarbij de predikant of de catecheet een overzicht over de stof geeft en vervolgens de mentores samen de onderwerpen doorspreken. „Zo wordt iets van een pastorale relatie opgebouwd en het ordeprobleem, de schrik van zovele predikanten en catecheten, is opgelost. Je hoeft niet allerlei bijzondere dingen te organiseren, als je maar persoonlijke aandacht aan de jongeren kunt geven, een openheid over en weer in een kleine setting.”
Graveland ziet in eigen kring een tekort aan visie op de gemeente: „De kerk heeft te weinig gewerkt aan de vraag hoe God de christelijke gemeente heeft bedoeld. We kijken vol verwachting naar de ambtsdragers en hebben te weinig aandacht gehad voor het laagdrempelig inschakelen van gemeenteleden. Ik verwacht dat deze methode van mentores erg aanslaat. Iedere predikant weet hoeveel knelpunten er zijn in de catechese. Hoe houden we de catechisanten vast? Als ze de preek niet meebeleven en dan ook nog geen aansluiting hebben bij de catechese gaat het goed fout.”
Graveland constateert dat de HGJB nu ingang heeft gekregen in de meeste gemeenten. „Er is een houding van respect en vertrouwen gegroeid. De onderlinge verscheidenheid is er altijd geweest en moet zo blijven. Als we nieuwe vormen presenteren, zeggen we niet dat het allemaal zo moet, maar we proberen iets goeds neer te zetten en de kopschuw van predikanten weg te nemen. Je hoeft het niet in alles met ons eens te zijn. Maar dan vragen we omgekeerd: als gekozen wordt voor de traditionele vormen, is het dan wel echt zo dat de predikanten een goede relatie hebben met hun catechisanten? Ik ben bang dat veel predikanten het niet halen om die goede basissfeer te kweken waarbinnen de overdracht alleen kan plaatsvinden. Ik vind dat je die basissfeer moet versterken door gemeenteleden.”
Jongeren en ouderen in één gemeente. Dat is het ideaal dat Graveland altijd voor ogen stelt. En de verhouding mag wederzijds zijn. „Jongeren kunnen openheid, directheid en vrijmoedigheid uitstralen naar ouderen en ouderen moeten wel eens door de vorm van jongeren heen prikken om het authentieke bij hen te zien. Maar dat alles gebeurt alleen in een sfeer van ontmoeting.”
De HGJB bepleit nieuwe methoden om jongeren te binden. Hoe staat uw organisatie tegenover de traditionele vormen in de eredienst?
„We zijn er niet op uit die af te schaffen. Maar we zouden wel graag meer zien dat de jongeren in de preek en het gebed meer betrokken zouden worden. Zien de predikanten al in hun studeerkamer de hoorder, ook de kinderen, voor zich zitten? Of zijn ze in de week zo druk met de voorbereiding van de preek dat ze de stof in drie kwartier over de hoofden heen storten? Dan kun je de vertaalslag niet meer maken. De grootste zorg is niet de vorm maar de setting. Je zou je ook kunnen afvragen of de lengte van de preek altijd drie kwartier moet zijn als ik het bijvoorbeeld ook in 35 minuten kan zeggen. Ik denk dat we ook veel meer aandacht moeten geven aan het gebed. Het lijkt vaak een stuk van de prediking. Je hoeft niet zoveel uit te leggen, want God weet het veel beter, zeg ik maar. Laat het gebed alleen gebed zijn. We moeten daarin veel meer investeren.”
Aanstaande zaterdag wordt de EO-jongerendag gehouden. Veel HGJB-jongeren bezoeken deze dag. Graveland: „Ik ben er te weinig geweest om er een goed oordeel over te hebben. Voordat we iets daarover zeggen, moeten we eerst naar onszelf kijken. Laten wij niet te gemakkelijk jongeren uit onze gemeenten vertrekken? Als van de kerkelijke jongeren uiteindelijk maar 10 procent belijdenis doet, hebben we zelf genoeg werk te doen.”