De organisatie zegt dat er onvoldoende politietroepen zijn gelegerd in de vluchtelingenkampen en dat de politie er weinig voor voelt militairen te vervolgen. Ook zijn er te weinig rechters en zijn de kosten van een gerechtelijke procedure te hoog. Vooral leden van het 11e bataljon van het Ugandese leger, dat was gelegerd in de kampen Cwero en Awach van het district Gulu, zouden zich schuldig hebben gemaakt aan moord en mishandeling van burgers.

Legerwoordvoerder Shaban Bantariza wees de aantijgingen van de hand. Hij zei dat HRW er in het kader van een internationale campagne op uit is het imago van Uganda te beschadigen. „Dit wordt gecoördineerd door de politieke oppositie.”

HRW signaleert verder dat vertegenwoordigers van het strafhof dat de situatie in Noord-Uganda onderzoekt, niet goed in de regio zijn ontvangen omdat men dacht dat het hof uitsluitend misdaden van rebellen zou onderzoeken. Volgens HRW is het strafhof verantwoordelijk voor die zienswijze, omdat het heeft nagelaten zijn mandaat toe te lichten. Het hof wordt „ondanks zijn tekortkomingen” de beste optie genoemd die de bevolking van Noord-Uganda op dit moment heeft om zijn recht te krijgen.