Vrijetijdskleding niet passend in eredienst
Nederlanders worden steeds informeler, zowel in taalgebruik als in kleding. Ook de gereformeerde gezindte wordt daarin meegezogen. Dat zou anders moeten zijn, stelt dr. O. W. Dubois. Je en jij past niet bij de bijbelse gezagsverhoudingen en vrijetijdskleding hoort niet thuis in de kerk waar de gemeente voor de Koning der koningen nadert.
De afgelopen decennia hebben zich in de Nederlandse samenleving grote veranderingen voltrokken. Zo groot zijn deze dat mensen van middelbare leeftijd nu in een volstrekt andere maatschappij leven dan die van hun jeugd. In die samenleving heerste wellevendheid en werden tussen ouders en kinderen, man en vrouw, ouderen en jongeren, meerderen en minderen, omgangsgrenzen in acht genomen. Deze grenzen, in wezen berustend op respect en eerbied voor de ander, zijn bijna volledig verdwenen. Het gevolg is een respectloze en stijlloze samenleving. Dit komt in het bijzonder tot uiting in omgangsvormen en kleding.De informalisering is in het bijzonder groot in het taalgebruik. Opvallend hierbij, in en buiten de protestantse orthodoxie, is de bijna algemene teloorgang van de beleefde aanspreekvorm ”u”.
In de jaren veertig en vijftig was het vanzelfsprekend dat kinderen en jongeren ouders, ooms, tantes, onderwijzers, ouderen in het algemeen, met u aanspraken. Zo ook minderen hun meerderen en mensen die elkaar niet goed kenden. Een aanspreekvorm die meer dan enkel formele betekenis heeft. Hij geeft uitdrukking aan gegeven verhoudingen die geëerbiedigd behoren te worden. Leeftijd en graad van intimiteit schiepen afstand, zo ook maatschappelijke positie. Wie sprak, al was hij van gelijke leeftijd, werkgever, dokter, notaris en de dominee met jij en jou aan? Dit alles is verleden tijd geworden en heeft plaatsgemaakt voor misplaatste gemeenzaamheid.
Volstrekt misplaatst is ook het algemeen geworden gebruik -helaas ook in orthodox-protestantse kring, waar men anders zou mogen verwachten- van het tutoyeren van (veel) ouderen door kinderen en jeugd, dit bij leeftijdsverschillen die wel twintig tot vijftig jaar kunnen bedragen. Ouders corrigeren hun kinderen hierin zelden en duiden ook tegenover hen familie en vrienden gemeenzaam met Jan en Marietje aan.
Goethe
Verdwenen is het besef dat uiterlijke vormen en respect samenhangen. Vormen zijn echter uitingen van het innerlijk. Naar een mooi woord van Goethe: „Es gibt kein äusseres Zeichen der Höflichkeit, das nicht einen tiefen sittlichen Grund hätte.” In de opvoeding, aldus Goethe, moeten beide aspecten tot hun recht komen: „Die rechte Erziehung wäre, welche dieses Zeichen und den Grund zugleich überlieferte.”
In onze omgang met elkaar moeten we ook in onze aanspreekvormen de door de Schepper, natuur en geschiedenis gegeven verscheidenheid en rangorde van verhoudingen respecteren en eerbiedigen. Eerbied en respect waar we zelf ook beter van worden.
Even groot is de verandering op het terrein van de kleding. Ook hier hebben informalisering en stijlloosheid, in en buiten orthodoxe kring, hun miljoenen verslagen, al heerst er in de orthodoxie gelukkig nog steeds meer stijlbesef dan elders.
Gezindheid van het hart
Zondagse kleding, zeker bij de soms wel zeer slordige jeugd, is echter grotendeels verdwenen en veel kerkgangers lijken zich voor hun werk netter en zorgvuldiger te kleden dan voor de ontmoeting met de Koning van de Kerk. Natuurlijk gaat het in deze ontmoeting primair om de gezindheid van het hart. Wie zal dit ontkennen? Maar sluit dit smaak en stijl uit? Eerder sluit het deze in. Ook hier behoren vorm en inhoud in harmonie te zijn.
Veel kleding is stijlloos. Zij is bovendien al schaamtelozer geworden. De afgelopen zomermaanden liepen velen -voor een esthetisch ingesteld mens een ware beproeving- er zo ongekleed mogelijk bij en toonden meisjes en vrouwen (om maar te zwijgen van de mannen) meer bloot dan een vorige generatie ooit voor mogelijk of fatsoenlijk had gehouden. Ook hier geldt helaas dat gelovigen zich weinig meer onderscheiden van anderen, terwijl in de kerk soms kleding gedragen wordt die meer geschikt is voor huis en tuin dan voor Gods huis.
Kleding voor de kerk behoort waardig te zijn. En natuurlijk kan iedereen daarbij weer eigen persoonlijke accenten invullen. Wat mij betreft: waardig én mooi en stijlvol is het als meisjes en vrouwen een rok en een hoed dragen, terwijl voor mannen een pak of nette combinatie aanbevolen blijft. Gelukkig is dit in orthodoxe kring nog niet verdwenen, al disharmoniëren veel (jonge) mannen in hun vrijetijdskleding met hun traditioneel geklede echtgenote.
Eerbied
Bij doop en avondmaal is stijlloze en informele kleding al helemaal ongepast, maar ook dat is jammer genoeg geen uitzondering meer. Het is een teken aan de wand dat in het kerkblad van de hervormde gemeente van Oud-Alblas recent een verzoek werd gedaan zich met name voor het avondmaal waardig en stijlvol te kleden.
Christenen -en in het bijzonder heb ik hierbij de orthodox-protestanten op het oog- zouden zich ook op het terrein van omgangsvormen en kleding moeten onderscheiden en voor de wereld een voorbeeld zijn: „Maar gij, geheel anders.” Dit vraagt van ons stijl- en normbesef en moed om tegen de heersende cultuur in te gaan. Maar zouden christenen dit niet kunnen opbrengen en zodoende een bijdrage leveren aan de verbetering van een samenleving? Een samenleving waarin respect, eerbied en stijl weer een belangrijke plaats innemen.
De auteur is historicus.