Voor de elfde achtereenvolgende maal in de afgelopen vijftien maanden verhoogde de centrale bank dinsdag de basisrente -de federal funds rate- met 0,25 procent tot 3,75 procent. De federal funds rate is de rente die commerciële banken elkaar berekenen voor kortetermijnleningen.

Met de beslissing van het Federal Open Markets Committee (FOMC) van de Fed komen de kosten van het lenen van geld op het hoogste niveau sinds zomer 2001.

De beslissing van het FOMC was overigens niet unaniem. Fed-gouverneur Mark Olson stelde voor om de verhoging ditmaal over te slaan vanwege de onoverzienbare financiële gevolgen van de orkaan Katrina. Maar Fed-voorzitter Alan Greenspan en de andere gouverneurs voelden daar niets voor. Katrina is volgens hen wel schadelijk, maar niet fataal voor de Amerikaanse economie.

„Terwijl deze ongelukkige ontwikkeling (orkaan Katrina, red) de onzekerheid over onze economische ontwikkeling op korte termijn heeft versterkt, is het FOMC van mening dat dit geen bedreiging vormt op langere termijn”, aldus het FOMC in een begeleidende verklaring.

De aandelenmarkt reageerde dinsdag teleurgesteld op het besluit van de Fed. De Dow Jones-index daalde met 76,11 punten (0,72 procent) tot 10.481,52 punten. De bredere index van Standard & Poor’s daalde 9,68 punten (0,79 procent) tot 1221,34 punten, terwijl de Nasdaq Composite met 13,93 punten omlaagging (0,65 procent) en de dag afsloot op 2131,33 punten.

De markt reageerde niet volledig negatief. De dollar steeg na het besluit van de Fed namelijk, zowel ten opzichte van de euro (en de Zwitserse frank) als de Japanse yen. In totaal is de dollar dit jaar met 11 procent gestegen ten opzichte van de euro.

Volgens de futuremarkt in Chicago gaan de meeste analisten ervan uit dat de Fed de renteverhogingen voorlopig voortzet.