Impasse in Duitse politiek
In Duitsland zijn maandag de eerste afspraken gemaakt om door overleg tussen de partijen een uitweg uit de impasse te vinden.
Die is ontstaan doordat de verkiezingen zondag geen duidelijke winnaar hebben opgeleverd: de rood-groene coalitie van bondskanselier Schröder (SPD) heeft haar meerderheid verloren. Maar CDU/CSU-oppositieleidster Angela Merkel heeft samen met haar liberale beoogde partner FDP ook geen absolute meerderheid.
In tegenstelling tot in Nederland heeft in Duitsland het staatshoofd formeel geen leidende rol bij de kabinetsformatie; de partijen moeten proberen er onderling uit te komen, ook al werkt president Köhler achter de schermen mee.
De sociaal-democratische SPD heeft maandag alle andere fracties uitgenodigd voor gesprekken over de vorming van een nieuwe regering, met uitzondering van de Linkspartei, de partij van teleurgestelde SPD’ers en ex-communistische PDS’ers.
Het partijbestuur van de FDP heeft unaniem besloten die uitnodiging niet aan te nemen. De FDP zal wel een ontmoeting hebben met de CDU/CSU, als eerste partij, voordat de christen-democraten met SPD en Groenen gaan spreken. Evenals de SPD sluit de CDU/CSU de Linkspartei als enige andere fractie uit van de formatie.
Op hun beurt wil de Linkspartei niet met de andere partijen in een coalitie gaan zitten zolang de huidige regeringspartijen niet terugkomen op hun bezuinigingsprogramma.
Voor de SPD is het onacceptabel dat de Linkspartei fel gekant is tegen de hervormingen die Schröder op het gebied van de sociale zekerheid en op de arbeidsmarkt wil doorvoeren. Een van de grootste criticasters van Schröder en diens beleid is Lafontaine, die tot 1999 nog minister van Financiën was onder de huidige bondskanselier. Nadat hij zijn functie abrupt had neergelegd opende hij in artikelen, optredens en boeken een frontale aanval op Schröder. In de SPD bestaat ook veel wrevel over de manier waarop Lafontaine uit het kabinet stapte en de stroom van kritiek die daarna op gang kwam.
Tot de wiskundig gezien mogelijke coalities tussen de gesprekspartners behoren een ”grote coalitie” van CDU/CSU en SPD, een ”stoplichtcoalitie” van SPD, FDP en Groenen en een ”Jamaica-coalitie” van CDU/CSU, Groenen en FDP. De CSU sloot maandag een grote coalitie onder SPD-leiding uit, de FDP wil niet met de SPD in zee, en Groenen-coryfee Joschka Fischer maakte een mogelijke Jamaica-coalitie (of ”Schwampel”, zwart stoplicht) belachelijk.
Merkel, die bij de vervroegde verkiezingen op een glansrijke overwinning hoopte, is verzwakt door de verkiezingsuitslag. Om interne coups voor te zijn, wil zij zich dinsdag al, eerder dan gepland, laten herkiezen als fractievoorzitster.
Paul Kirchhof, Merkels omstreden keuze als schaduwminister van Financiën, keert terug naar het academische leven en wil geen minister meer worden, zei hij in een interview in de Müncher Abendzeitung. De keuze voor de hoogleraar uit Heidelberg bracht in eerste instantie veel enthousiasme teweeg, maar dat veranderde al snel.
Kirchhof presenteerde plannen voor een radicale hervorming van het belasting- en persioenstelsel. Volgens de sociaal-democraten wilde Kirchhof met zijn voornemen de rijken een belastingvoordeel geven. De SPD viel de professor fel aan over zijn voorstellen. Tijdens de campagne toonde Kirchhof zich al teleurgesteld over de scherpe kritiek.
Angela Merkel zei maandagmiddag nog tijdens een persconferentie niets te weten van het vertrek van Kirchhof. Ze zei hem eerder in de ochtend nog te hebben gesproken en dat haar toen niets ter ore is gekomen over een terugkeer van Kirchhof naar de universiteit.
Tijdens de verkiezingsavond zag het er nog naar uit dat de FDP met meer dan 10 procent verrassend een tweecijferig resultaat zou behalen; uiteindelijk bleef zij steken op 9,8 procent. De Groenen boekten licht verlies en eindigden op 8,1 procent, de SPD behaalde 34,3 procent (min 4,2 procentpunt). De Linkspartij kreeg 8,7 procent; alle overige partijen (zoals de extreem-rechtse NPD) haalden de kiesdrempel van 5 procent niet.
Nooit eerder in de geschiedenis van de Bondsrepubliek konden de twee grootste fracties samen steunen op minder dan 70 procent van het electoraat.
In Europa wordt gevreesd dat de politieke impasse in Duitsland verlammend zal werken op de besluitvorming in de Europese Unie. De EU moet op korte termijn beslissen over het openen van toetredingsonderhandelingen met Turkije en er moet een diplomatieke oplossing worden gevonden voor het geschil met Iran over zijn nucleaire programma’s.
Alleen in Turkije is met opluchting gereageerd, omdat Merkel weinig profijt lijkt te hebben gehad van haar anti-Turkse opstelling in de campagne.
De verkiezing van de bondskanselier is geregeld in artikel 63 van de Grondwet van de Bondsrepubliek Duitsland. Meestal worden alleen de eerste twee van de vier leden gebruikt. In lid 1 is bepaald dat „de bondskanselier op voordracht van de bondspresident zonder debat door de Bondsdag wordt gekozen.”
Meestal is dan al alles bekokstoofd tijdens de kabinetsformatie en is de verkiezing slechts een formaliteit. Als na twee voordrachten van de bondspresident geen kanselier is gekozen, mag de Bondsdag zelf een eigen kandidaat kiezen. Als de zaak helemaal vastloopt, rest de president niets dan de Bondsdag weer te ontbinden en vervroegde verkiezingen uit te schrijven.