Veel minder allochtonen verplicht tot inburgering
Minister Verdonk van Integratie wil het aantal vreemdelingen dat ertoe verplicht wordt een inburgeringscursus te volgen, verminderen. In eerste instantie eiste ze dat 775.000 allochtonen een examen moesten afleggen, nu is ze tevreden met 500.000.
Dat blijkt uit het aangepaste wetsvoorstel voor een nieuwe inburgeringswet waarmee het kabinet vrijdag akkoord is gegaan. In eerste instantie wilde Verdonk alle vreemdelingen in Nederland, inclusief degenen die zijn genaturaliseerd, verplichten een inburgeringsexamen af te leggen. Daarop kwam veel kritiek, onder andere van de Raad van State, het hoogste adviesorgaan van de regering. De bewindsvrouw heeft daarop haar voorstel aangepast.
De minister eist in de aangepaste wet dat alle vreemdelingen tussen de 16 en de 65 jaar die duurzaam in Nederland verblijven een inburgeringsexamen afleggen. Voor enkele groepen genaturaliseerde vreemdelingen wil Verdonk wel een inburgeringsplicht, namelijk voor uitkeringsgerechtigden, voor ouders die een kind verzorgen en voor imams.
De kosten voor de inburgering, enkele duizenden euro’s, moeten de cursisten vooraf betalen. Als ze het geld niet hebben, kunnen ze een lening aangaan. Bepaalde groepen uitkeringsgerechtigden en vrouwen in achterstandsposities hoeven het cursusgeld niet te betalen.
De inburgeringsplicht geldt niet voor (genaturaliseerde) vreemdelingen die gedurende acht jaar van de leerplichtige leeftijd in Nederland woonden of over Nederlandse diploma’s, certificaten of bewijsstukken van een bepaalde opleiding beschikken. Verder maakt de bewindsvrouw een eenmalige uitzondering voor de oudkomers die op het moment van inwerkingtreding van de wet zestig jaar of ouder zijn. Antillianen en Arubanen vallen ook niet onder de nieuwe wet. Voor hen blijft de huidige regeling van kracht.
Er bestaan twijfels of de overheid genaturaliseerde Nederlanders kan verplichten een inburgeringscursus te volgen. Er schijnt bijvoorbeeld geen rechtsgrond aanwezig te zijn om ouders te verplichten een cursus te volgen. Minister Verdonk zei vrijdag op een persconferentie dat haar wet de rechtsgrond vormt. Maar ze voegde er wel dat toe dat dit een politieke keus is van het kabinet en dat de rechter mogelijk op enig moment anders zal beslissen.
Tijdens het inburgeringsexamen worden taalvaardigheid en kennis van de Nederlandse samenleving getoetst. Er zijn een praktijkexamen en een centraal deel. De Informatie Beheer Groep zal het centrale examen afnemen. Voor het praktijkdeel wil de overheid verschillende exameninstellingen inschakelen.
De inburgeringscursussen zijn niet vrijblijvend. Halen de (genaturaliseerde) vreemdelingen het examen niet, dan kunnen sancties volgen, bijvoorbeeld het korten van een uitkering. Gemeenten mogen ook bestuurlijke boetes opleggen.
Verdonk wil dat de wet halverwege volgend jaar in werking treedt.