Nederland slecht voorbereid op rampen
Nederland moet leren van New Orleans. Ons land is onvoldoende voorbereid op calamiteiten zoals die zich nu in de Amerikaanse stad voordoen. „Bij een ramp in de Randstad is de situatie niet te overzien”, waarschuwt prof. dr. ir. Huib de Vriend uit Delft. Een omslag in denken is noodzakelijk.
De eerste dijken in New Orleans zijn gedicht. Met man en macht werken hulpverleners op dit moment aan het wegpompen van zwaar vervuild water. De grote vraag is waarheen. Afvalwater uit de chemische industrie en ziekenhuizen en rioolwater hebben zich vermengd. In de stad blijven grote plassen achter, waardoor de bodem wordt vervuild.
De gebeurtenissen in de VS drukken ook Nederland hardhandig met de neus op de feiten. Ondanks de verschillen met de VS -„wij kennen geen orkanen”- is er ook een sterke overeenkomst tussen New Orleans en onze Randstad. „Beide gebieden zijn dichtbevolkt en liggen in een badkuip.” Het recente natuurgeweld heeft laten zien hoe kwetsbaar steden zijn die onder de zeespiegel liggen.
Prof. De Vriend voorziet chaotische taferelen op het moment dat een onverwachte ramp de Randstad treft. „Bewoners moeten massaal worden geëvacueerd. De vraag is hoe je al die mensen uit de Randstad krijgt. Ons wegenstelsel is daar absoluut niet op voorbereid.” Hij wijst erop dat de spits onder normale omstandigheden al een chaos is. „Als er ook nog eens paniek uitbreekt, is de situatie niet te overzien.”
Over de vraag hoe Nederland moet reageren als zich onverhoopt toch een catastrofe voordoet, is nauwelijks nagedacht. „Ik heb er ook nooit zo bij stilgestaan”, bekent prof. De Vriend. De hoogleraar is jarenlang actief in verschillende adviesorganen van de regering, waaronder de Technische Adviescommissie Waterkeringen (TAW) en het Expertise Netwerk Waterkeringen (ENW). „Ik heb dit onderwerp in deze commissies ook nog nooit langs zien komen. We hebben ons nooit de vraag gesteld: Wat doen we als het wél gebeurt?”
De hoogleraar verklaart deze lacune door het feit dat het Nederlandse beleid eeuwenlang is gericht op het voorkómen van calamiteiten. „Tot voor kort was de Nederlandse houding als een pavlovreactie: zodra de condities verslechteren, versterken wij de dijken.” Het tij lijkt langzaam te keren. Nederland zoekt naar mogelijkheden de rivieren meer ruimte te geven.
Na de aanleg van de Deltawerken heeft bij velen de gedachte postgevat dat een ramp als in 1953 zich niet meer kan voordoen. Ten onrechte, benadrukt prof. De Vriend. „Nederland is niet gevrijwaard van overstromingen.” De Dienst Weg en Waterbouw van Rijkswaterstaat werkt op dit moment aan een herberekening van de sterkte van de 53 zogenaamde dijkringen in het land. Daaruit komen verrassende resultaten naar voren. „Er zitten zwakke plekken in ons waterkeringssysteem, waardoor grote overstromingsrisico’s bestaan.”
Ondanks de maatregelen die de overheid op deze locaties neemt, moet Nederland nadrukkelijk rekening houden met dijkdoorbraken en overstromingen. „Een overstroming kan zich ook morgen aandienen”, waarschuwt prof. De Vriend. „Ik wil geen onheilsprofeet zijn, maar laten we met z’n allen wel nadenken hoe we een eventuele ramp kunnen managen. Een veiligheid van 100 procent is een utopie.”
De hoogleraar pleit voor een omslag in het denken. De overheid kan bij de herinrichting van stedelijke gebieden vrij eenvoudig inspelen op het beperken van de gevolgen van een overstroming. „Door de aanleg van dijklichamen kun je de Randstad bijvoorbeeld compartimenteren. Als het misgaat, dan hoeft toch niet per se direct de hele Randstad onder te lopen.” Hij wijst op de nieuwe N11, de weg van Bodegraven naar Alphen aan de Rijn. „Waarom hebben we die niet verhoogd aangelegd? Die had prachtig als waterkering kunnen worden gebruikt.”
Nederland kan het Amerikaanse beleid niet zomaar overnemen, maar wel lering trekken uit de voorzorgsmaatregelen die de VS hebben genomen. „De Amerikanen stellen zich in op overstromingen. Florida wordt regelmatig geteisterd door orkanen. De wegen zijn daar zo ingericht dat bij een grootscheepse evacuatie het verkeer aan beide kanten van de weg van de kust af kan rijden.”
Ook de huizenbouw langs de kust is afgestemd op zware stormen en overstromingen. „Veel woningen zijn gebouwd op palen, waarbij de begane grond is ingericht als parkeergarage. Daar kan weinig aan worden vernield.” Nederland laat soms het andere uiterste zien. „Bij ons ligt het parket op de begane grond.”