Dolen door La Mancha hoeft niet per se als ridder
Niet aanraken alstublieft, zegt een wit briefje op een schamel houten ros bij de ingang van het Huis van Dulcinea. „Por favor, no tocar. Gracias.” Natuurlijk, het paard van Don Quichot was een schonkige knol, maar deze houten suggestie in het Spaanse plaatsje El Toboso slaat alles. Als het beest tenminste verwijst naar Rocinante uit de boeken van Miguel de Cervantes Saavedra. Museummedewerkers kunnen het niet vertellen, want Dulcinea’s huis, nu museum, is tijdelijk gesloten.
Wellicht komt dit gevoel in de richting van wat Don Quichot voelde toen hij eindelijk zijn aanbeden Dulcinea ontmoette, die in geen enkel opzicht op zijn droombeeld leek. Over lange wegen, langs uitgestrekte vlakten en door vele kleine dorpjes rijd je anno 2005 richting El Toboso, waar te zien zou zijn hoe de geheimzinnige geliefde van de dolende ridder woonde - en dan is het museum dicht vanwege een verbouwing.
Hier is de boekenheld dus heengereden, volgens hoofdstuk 8 van deel 2 van ”De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha”, en beleefde hij dingen „die me dunkt dingen waren.” Miguel Cervantes de Saavedra schreef het eerste deel 400 jaar geleden. Het kwam uit in 1605. Ter gelegenheid van het jubileum zijn tal van evenementen georganiseerd. Ook is de Don Quichot-route uitgezet, een 2500 kilometer lange tocht door Castilla-La Mancha, de streek waar Don Quichot doorheen trok. De route verbindt in totaal 144 gemeenten met elkaar, waaronder het dorpje El Toboso, de woonplaats van Dulcinea.
Dulcinea is niet anders dan een hersenschim. Ze bestaat alleen in de geest van Don Quichot. Hij heeft te veel ridderboeken gelezen. Op een dag besluit hij dolend ridder te worden en „met zijn wapens en paard over de hele wereld te trekken om avonturen te zoeken en al het andere te doen waarvan hij had gelezen dat dolende ridders het doen.” Nadat hij wapens van zijn voorvaderen van schimmel en roest heeft ontdaan en zijn schonkige knol en zichzelf een nieuwe naam heeft gegeven, beseft hij „dat hij alleen nog een dame moest zoeken om verliefd op te worden; een dolende ridder zonder liefde was immers als een boom zonder loof of vruchten en als een lichaam zonder ziel.” Hij bedenkt Dulcinea van El Toboso.
Spotprenten
„Muren van een erf leken dat je, Sancho, waar of waarachter je die onvolprezen bekoorlijkheid en schoonheid hebt gezien? Het moet beslist een zuilengang of gaanderij of voorportaal of hoe ze dat noemen van een rijk en koninklijk paleis zijn geweest”, zegt Don tot zijn schildknaap Sancho Panza als ze samen naar El Toboso rijden om Dulcinea te ontmoeten.
Net zo min als in het boek zijn in El Toboso nu zuilengangen of voorportalen te ontdekken. De oude landarbeiderswoning die voor Dulcinea’s huis doorgaat, ziet er hoog en ontoegankelijk uit. Voor de ramen zitten tralies. Op het plein voor de kerk knielt een zwartmetalen Don Quichot voor een boerenmeisje van hetzelfde materiaal.
Vlakbij bevindt zich Museo Humor-Gráfico Dulcinea. Spotprenten zetten haar neer als gewone boerin of bijzonder lelijke vrouw, terwijl Don Quichot haar als prinses blijft zien.
Pillen en pockets
Behalve het humoristische museum is er in El Toboso het Museo Cervantino. Het boek van Don Quichot is hier in allerlei talen te vinden en met handtekeningen van beroemde personen. Peter W. Botha, destijds president van Zuid-Afrika, deed de bibliotheek in 1985 een gesigneerd exemplaar cadeau. Nelson Mandela schonk in 1997 ”Die vindingryke ridder Don Quijote de la Mancha”. Uitgeverij Querido voegde in 1985 een Hollandse uitgave toe. Op de kaft van een Venezolaanse uitgave uit 1967 prijkt een huilende Sancho met een ezel - of is het een koe? Don Quichot is wijd en zijd bekend. Hier liggen de Duitse, Zweedse, Deense, Macedonische en Israëlische bewijzen, variërend van grote boekwerken tot pockets.
Niet ver van El Toboso ligt Campo de Criptana, waar Don Quichot windmolens voor reuzen aanzag en een gevecht met hen aanging. Vanaf het dorpje Argamasilla de Alba volgen wij de naar hem vernoemde route naar die molens. Het traject is aangegeven met groene borden en paaltjes met daarop ”Ruta de Don Quijota” en een kruis.
De best ruige route begint al bij Toledo en voert kriskras door de provincie, over „oude historische wegen, herderspaden, rivierbeddingen en niet meer in gebruik zijnde spoortrajecten.” Bedoeld om het niet-gemotoriseerde toerisme te bevorderen, aldus het Spaans Verkeersbureau. Zoals ruiters? Die schitteren door afwezigheid. De paar wandelaars op de asfaltweg zweten eind april al behoorlijk. ’s Zomers kunnen ze de kale wegen beter mijden en ”De vernuftige edelman” onder een boom lezen.
Vijfsprong
Waar is het volgende groene paaltje? De lucht is strakblauw, de zon is heet. Routepalen zijn niet meer te bekennen. Uitlopers aan onafzienbare rijen wijnstokken geven de gebarsten, roodbruine grond een vleugje groen. Het is droog. In de luxe badkamers van de paradores -staatshotels- van Manzanares en Toledo hangt niet voor niets een bescheiden bordje met: „Water is bij ons een kostbaar goed.”
De weg kronkelt verder. Ernaast liggen steenhopen en takkenbossen. Het gras ziet grijs. Patrijzen wippen weg. Er zijn er genoeg. Eerder kwamen we ze tegen op ons bord.
Dan, op een vijfsprong, bij een stenen brug over de Río Záncara, komt het gezochte paaltje in beeld. We hadden iets verder naar rechts moeten uitkomen. Ergens ging het mis, maar waar? Een stroom van routeaanduidingen volgt, ook op plaatsen waar je niet links of rechts kunt, al zou je het willen.
Deze steenachtige binnenwegen winnen het qua sfeer van de praktische provinciale wegen, ook al moet de auto soms door een stroompje heen en al rijdt hij stapvoets. Dit is tenminste dolen door La Mancha.
Opeens duiken de reuzen op.
De Engelstalige folder ”The Don Quixote Route through Castile-La Mancha” biedt een beschrijving van de Don Quichot-route. Na een informatieve inleiding volgt een beschrijving van dorpen en bezienswaardigheden op de route. De brochure is verkrijgbaar bij het Spaans Verkeersbureau, Laan van Meerdervoort 8a, 2517 AJ Den Haag, tel. 070-3465900. Meer informatie: www.spaansverkeersbureau.nl, infolahaya@tourspain.es en www.donquijotedelamancha2005.com.