Paardekastanjes zwaar aangetast
Bijna eenderde van de paardekastanjebomen, een boomsoort die relatief veel voorkomt in Nederland, is besmet met een onbekende bloedingsziekte. In de provincie Zuid-Holland zijn de meeste bomen ziek: 41 procent, aldus Wageningen Universiteit.
Met 275.000 euro steun van het ministerie van Landbouw doet de werkgroep Aesculaap onderzoek naar de bloedingsziekte. In Aesculaap zitten deskundigen van organisaties als Wageningen Universiteit, de Plantenziektenkundige Dienst en bureau Alterra.
De ziekte is inmiddels wijdverspreid in Nederland, zo blijkt uit een inventarisatie onder gemeenten. Onderzoekers zijn somber over de overlevingskansen van aangetaste kastanjes. „Bij geen enkele boom is nog herstel aangetoond”, aldus een woordvoerder van Wageningen Universiteit.
Er zijn volgens hem wel aanwijzigingen dat bomen zich teweerstellen, maar dat werkt hooguit vertragend. „De vrees is dat de boom er uiteindelijk aan doodgaat.”
Nederland telt „enkele honderdduizenden” van de zeer markante en beeldbepalende bomen, die veelal langs lanen staan. In Den Haag is het Lange Voorhout, voor veel mensen bekend van de jaarlijkse rijtoer van de Koningin op Prinsjesdag, ermee getooid. Daar zijn vier van de elf bomen aangetast. Hetzelfde gaat volgens een woordvoerder van de Haagse wethouder Stolte (Stadsbeheer) op voor een aantal paardekastanjes langs de Korte Vijverberg, vlak bij het Torentje met het kantoor van de minister-president.
De provincies Noord-Holland (32 procent) en Utrecht (37 procent) zijn zwaar getroffen. En in Noord-Brabant (16 procent) ligt het percentage wel lager, maar daar is het aantal zieke bomen groot omdat er veel paardekastanjes staan. Drenthe (8 procent), Zeeland (9) en Limburg (8) zijn de minst getroffen provincies.
De bloedingsziekte, die in 2002 voor het eerst is geconstateerd, tast de bast aan. „Die laat los, waardoor ongedierte eronder kan kruipen. Dat is het begin van het einde”, aldus de voorlichter. Een boom kan binnen twee tot drie maanden doodgaan. Uit het onderzoek komt verder naar voren dat alle soorten paardekastanjes voor de ziekte gevoelig zijn. Van de zieke bomen is bijna 60 procent licht, 25 procent matig en ruim 15 procent zwaar aangetast. Dikkere bomen, van 20 centimeter en meer, blijken vaker en zwaarder aangetast dan dunnere.
Er zijn aanwijzingen dat een bacterie uit de groep van de Pseudomonas syringae de oorzaak is van de problemen, maar daarover is nog geen zekerheid.
De LPF pleit ervoor nu geen kastanjebomen te rooien. „Omdat er alles aan wordt gedaan om de oorzaak van deze ziekte te vinden, is de kans reëel dat veel bomen nog op tijd kunnen worden gered”, hoopt LPF-kamerlid Van den Brink.