FNV-bestuurder J. Heilig wees woensdag op het besluit van De Geus van eerder deze week om de VIA-CAO, een collectieve arbeidsovereenkomst voor buitenlandse uitzendkrachten, niet toe te staan. Soortgelijke bezwaren zouden gelden voor de CAO in het wegtransport, die is gesloten tussen tientallen bedrijven en vakbond LBV.

De Altro Via-CAO maakt het volgens Heilig onder meer mogelijk voor bedrijven hun buitenlandse chauffeurs, vooral Polen, ver onder het Nederlandse wettelijk minimumloon te betalen.

CAO-onderhandelaar H. Vallenduuk, die namens de werkgevers zowel betrokken is bij de transport-CAO als bij de VIA-afspraken voor buitenlandse uitzendkrachten, bestrijdt de aantijgingen. De afspraken zouden niet te vergelijken zijn. Volgens Vallenduuk werd in de uitzend-CAO uitgegaan van het land van herkomst, terwijl in het wegvervoer wordt gekeken naar het land waar voornamelijk wordt gewerkt.

Heilig beschuldigt Vallenduuk van „witwaspraktijken van sociale misstanden.” Volgens de FNV-bestuurder is het onzin om te kijken waar een internationale chauffeur vooral werkt. „Het gaat erom dat ze voor in Nederland gevestigde bedrijven werken.”

Het is niet de eerste keer dat Bondgenoten in de clinch ligt met Vallenduuk. Zo probeerde de werkgeversonderhandelaar twee jaar geleden nog tevergeefs met een kort geding te voorkomen dat de FNV-bond zijn klanten benaderde, als deze bedrijven via afspraken met de LBV onder de sector-CAO voor vrachtwagenchauffeurs wilden uitkomen. Op zijn internetsite Vallenduuk Advocaten adverteert de onderhandelaar momenteel met: ”Altro Via, de algemene internetwerkgeversvereniging voor een CAO zonder FNV en/of CNV”.

Heilig kaart de concurrentie op arbeidsvoorwaarden donderdagook aan in onderhandelingen met werkgeversverenigingen TLN en KNV over een nieuwe sector-CAO. In de branche werken volgens hem nu 135.000 mensen, van wie 26.000 in het internationale transport. „Van die 26.000 komen er nu ruim 4000 uit Oost-Europa, terwijl dat er een jaar geleden nog maar 1200 waren.”