Dat heeft minister Donner van Justitie woensdagavond geschreven in antwoord op 65 nadere vragen die de Tweede–Kamerfracties hadden gesteld over de kwestie. De bewindsman wijst erop dat een cassatieberoep van B. al in april 2003 was verworpen en een herzieningsverzoek in september 2004 was afgewezen.

Donner denkt dat er geen soortgelijke dwalingen in andere strafzaken zijn geweest. „Daarover kan ik echter geen garanties geven". Hij reageert daarmee op uitlatingen van voorzitter Van de Kamp van de politiebond ACP. Die stelde onlangs dat hij aanwijzingen had dat het openbaar ministerie (OM) vaker informatie achterhoudt. Politiemensen zouden daardoor in gewetensnood komen.

Opmerkelijk genoeg waren er in de hele procesgang nogal wat momenten waarin de twijfel over de schuld van Kees B. naar voren had kunnen komen. Vooral tijdens de terechtzitting in hoger beroep zaten de rechters er dichtbij toen zij, op het laatste moment, besloten de twee medewerkers van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) te verhoren.

De deskundige en de onderzoeker verschilden van mening over de betekenis van de gevonden DNA–sporen. Maar de onderzoeker, die vond dat vijf DNA–sporen wezen in de richting van een derde persoon, wilde de deskundige niet tegenspreken. Het tweetal gaf alleen antwoord op de vragen en vertelde niet spontaan over de twijfel die binnen het NFI bestond.

Donner heeft daar geen verklaring voor. Hij voegt eraan toe dat tijdens de zitting bij het hof de aanklager noch de advocaat van B. veel gerichte vragen hierover stelde. Overigens wist ook de aanklager van de twijfel en zei daar niets over, wat Donner uitdrukkelijk betreurt.

De bewindsman erkent dat in totaal ongeveer zevenhonderd justitiemedewerkers, rechters–commissarissen en (technisch–)rechercheurs tussen eind 2001 en medio 2004 cursussen van het NFI hebben gevolgd over DNA–technieken, waarbij ook de Schiedamse parkmoord als voorbeeld diende. Voor zover Donner bekend, vroeg niemand zich af of de informatie over de bewijswaarde en de (on)mogelijkheden van de technieken gevolgen zouden moeten hebben voor de straf van Kees B. Ook de advocaat–generaal, die de zaak bij het hof behandelde, nam deel aan de cursus. Zij trad ruim een week later zelf in overleg met het NFI.

Donner ziet geen aanleiding om maatregelen te nemen tegen medewerkers van het NFI. Of de fouten die door het OM zijn gemaakt, moeten leiden tot het ontslag van de betrokken officier van justitie en de advocaat–generaal, is volgens de minister een zaak van de leiding van het OM. Ook is het aan de korpsbeheerder om eventueel maatregelen te nemen tegen de betrokkenen die Maikel, het vriendje van Nienke, op te harde wijze hebben verhoord.

Donderdag houdt de Tweede Kamer een spoeddebat over de affaire.