Sector zet gemakkelijke vis in de etalage
De Nederlander moet aan de vis. Want al wint vis bij de maaltijd de laatste jaren aan populariteit, het kan nog veel beter. „Eén tot twee keer per week" vis in plaats van vlees is goed voor de gezondheid, stellen het Voedingscentrum en het Nederlands Visbureau.
In de Nederlandse eetkamers staat nu gemiddeld een keer per drie weken vis op tafel. In vergelijking met andere Europese landen scoort Nederland daarmee als een van de laagste: alleen in de Oost–Europese landen en Oostenrijk eten mensen gemiddeld minder vis.
Om de consumptie in Nederland te verbeteren zet de sector de vis in de etalage met de publiekscampagne ’Vis … net zo gemakkelijk", die woensdag in Scheveningen gepresenteerd werd. „De spots moeten Nederlanders afhelpen van het idee dat vis bereiden moeilijk is", aldus het Visbureau. Via recepten van vijf minuten bereidingstijd en een lijstje van gemakkelijke vissoorten als schol, zalm, tonijn, tilapia en garnalen moet het beeld van de ’moeilijke’ vis worden veranderd.
Volgens het Visbureau kunnen meer mensen vis eten ondanks de steeds lagere vangstquota en overbevissing. Behalve op milieu– en natuurvriendelijke visserij zet de sector in op meer viskweek. Binnen afzienbare tijd zal de helft van het assortiment uit gekweekte vis bestaan, meent de sector.
Naast het Visbureau en het Voedingscentrum werken ook Stichting De Noordzee, de Waddenvereniging, de World Conservation Union, Novib en het Wereld Natuur Fonds mee aan de ontwikkeling van een verantwoorde viskwekerij.