Van den Nieuwenhuyzen blijft dwars in duikbootkwestie
Ondernemer Joep van den Nieuwenhuyzen geeft zich nog niet gewonnen in het conflict met het ministerie van Defensie over twee onderzeeërs. Deze week tekende hij hoger beroep aan tegen de uitspraak in kort geding dat hij voor 1 oktober met de sloop moet beginnen of de twee duikboten voor 1 november vanuit Maleisië moet terugbrengen naar Nederland.
Tegenover het ANP verklaarde Van den Nieuwenhuyzen woensdag dat hij niet van plan is de kosten te betalen van het eventueel terugbrengen van de schepen. Hij vindt dat de Nederlandse Staat daarvoor moet opdraaien. Verder benadrukte hij dat de schepen op zijn vroegst pas in januari kunnen worden gesloopt of gerepatrieerd. Maar het is volgens hem ook nog zeer goed mogelijk dat hij voor het eind van het jaar een koper vindt voor de twee onderzeeboten van de zwaardvisklasse.
De Rotterdamse Droogdokmaatschappij (RDM) van Van den Nieuwenhuyzen kocht de twee schepen in 1995 van Defensie met de bedoeling ze te verkopen aan Maleisië. Het land zag echter af van de aankoop. Sinds 2000 liggen de twee duikboten afgemeerd bij een werf in Lumut en stapelen de onbetaalde rekeningen zich op.
Defensie had dit jaar schoon genoeg van het tijdrekken van de Rotterdamse ondernemer en sleepte hem vorige maand voor de rechter. Het ministerie is bevreesd dat de werf beslag zal leggen op de duikboten en dat strategische onderdelen in onbevoegde handen komen.
De ondernemer slaagde er niet in de Haagse rechter ervan te overtuigen dat er nog kansen waren op verkoop van de onderzeeërs. Hij werd veroordeeld tot een boete van 100.000 euro per dag met een maximum van 25 miljoen euro als hij zich niet zou houden aan de tijdslimieten.
„Ik zal de staat niet tegenhouden als die de schepen wil terughalen. Maar ik ben in vergevorderde onderhandelingen met één partij over de verkoop van beide onderzeeboten. Verkoop bespaart alle partijen geld”, zei Van den Nieuwenhuyzen.
Het ministerie van Defensie gaat ervan uit dat Van den Nieuwenhuyzen zich aan het vonnis houdt. Het beroep heeft geen opschortende werking en hij zal de repatriëring van de schepen toch echt zelf moeten betalen, zei een woordvoerder.