Ongehoorzaamheid
Ongehoorzaamheid is een zonde tegen de rede. Kunnen wij tegen God bestaan? Tergen wij de Heere? Zijn wij sterker dan Hij? Zal de zondaar de wapenen aantrekken tegen de grote God? Ongehoorzaamheid is een zonde tegen de billijkheid. Wij hebben ons aanzien van God. In Hem leven wij, bewegen wij ons en zijn wij. Is het dan niet billijk dat gelijk wij in Hem leven, wij ook zo leven? Is het niet betamelijk dat wij gelijk God ons het leven geeft, Hem ook onze dienst geven?Ongehoorzaamheid is een zonde tegen het geweten. God is onze Vader door de schepping, zodat ons geweten ook tot onze plicht verbindt. Ben Ik dan een Vader, waar is Mijn eer? Ongehoorzaamheid is een zonde tegen onze gebeden. Wij bidden: Uw wil geschiede, zodat wij door ongehoorzaamheden onze gebeden weerleggen en ons met ons leven tegenspreken.
Ongehoorzaamheid is een zonde tegen de genade. Het is een daad van hoge ondankbaarheid. Het is een achteruitslaan tegen Gods ingewanden en het verachten van de rijkdom Zijner goedertierenheid. Ongehoorzaamheid is een zonde tegen de natuur. Ieder schepsel gehoorzaamt God in zijn geslacht, beiden, de levende en levenloze. De levende schepselen gehoorzamen God. Wat zijn de lofzangen van de vogels anders dan een tol van gehoorzaamheid?
Thomas Watson, predikant te Londen (”Al de werken”, 1670)