Ontslag moslim na aanslagen onterecht
Een Marokkaan die het aan de stok kreeg met zijn collega’s vanwege zijn islamitische geloof had door zijn baas niet ontslagen mogen worden. De problemen met zijn collega’s ontstonden na de dag van de aanslagen in de VS.
De Commissie Gelijke Behandeling verwijt de werkgever, een verzekeringskantoor in Scherpenzeel, dat hij niet is opgetreden tegen de discriminerende bejegening van de Marokkaan. Het bedrijf had volgens de commissie een onderzoek moeten instellen en maatregelen moeten nemen.
De man was vorig jaar augustus in dienst getreden als medewerker binnendienst. Hij was de enige allochtoon binnen het bedrijf. In eerste instantie was zijn verhouding met de collega’s prima, maar na 11 september veranderde dat. „Alle moslims moeten platgebrand worden en moskeeën moeten verdwijnen”, liet een vrouwelijke collega hem weten.
Een aantal collega’s weigerde nog langer met hem samen te werken, omdat hij Marokkaan en moslim is. De man deed hierover zijn beklag bij de directie, maar die ondernam volgens hem niets.
De discussies binnen het bedrijf laaiden hoog op. Die duurden soms wel drie kwartier. Een collega met wie hij nauw samenwerkte, zei niet meer met hem door één deur te kunnen.
Nadat de directeur de meningen had gepeild, besloot hij de proeftijd niet te verlengen. Volgens de directeur zou de man op den duur niet binnen het team hebben gepast. Godsdienst of ras speelden bij die beslissing naar zijn zeggen geen rol.
De Commissie Gelijke Behandeling vindt dat het geloof van de man wel degelijk ten grondslag lag aan de problemen. Door zijn collega’s is hij gediscrimineerd wegens godsdienst. Volgens de commissie had het bedrijf hem hiertegen moeten beschermen.