„Heli aan boord is een must”
Het lijkt een vreemde eend in de bijt: een vliegtuig bij de marine. Ooit is voorgesteld de maritieme vliegers maar bij de luchtmacht onder te brengen, maar dat plan ging snel van tafel. „We opereren boven het water vanaf een klein bootje.”
De Marineluchtvaartdienst (MLD) bestaat 85 jaar. Dat feit wordt vrijdag op marinevliegkamp De Kooy in Den Helder gevierd met een reünie en een open dag (vanaf 10.30 uur, toegang gratis). En alsof het niet op kan, landt donderdag de toekomstige helikopter van de marine, de NH90, voor het eerst op haar nieuwe fregat, Hr. Ms. De Zeven Provinciën. Alle hens aan dek dus.
Het heeft een kronkel: vliegers met zeebenen. Toch zouden ze niet anders willen. „In Canada brachten ze de vliegtuigen van de marine onder bij de luchtmacht”, vertelt kapitein-ter-zee C. E. van Haastert, commandant van de groep maritieme helikopters op De Kooy. „Ze wisten niet hoe gauw ze het weer terug moesten draaien.”
Sinds 1917 vormt de MLD de vliegende component van de marine. Momenteel beschikt de dienst over dertien Lockheed Orion-patrouillevliegtuigen (gestationeerd op vliegveld Valkenburg bij Leiden) en 21 Westland Lynx-helikopters op De Kooy. Naast de traditionele oorlogstaken, zoals onderzeebootbestrijding, nemen de vredestaken toe voor de MLD. Dat varieert van hulpverlening bij rampen, vredesoperaties zoals in Afghanistan en Eritrea en antidrugsacties in het Caraïbisch gebied tot kustwachtoperaties op de Noordzee.
De huidige omvang van de MLD is mager in vergelijking met het verleden. In de jaren vijftig beschikte de dienst over maar liefst vier vliegkampen, elf vliegtuigsquadrons, ruim 2000 man personeel en een heus vliegdekschip, de Hr. Ms. Karel Doorman. Met 13.000 ton was de Doorman het grootste schip dat ooit bij de marine in dienst is geweest. Na een brand aan boord in 1968 werd het schip verkocht aan Argentinië.
De afslanking van de marineluchtvaartdienst gaat verder. Door bezuinigingen moet het aantal Orions inkrimpen van dertien naar tien. De Lynx-helikopter, stammend uit 1976, maakt vanaf 2007 plaats voor de NH90. Moet ook wel. Het kost steeds meer moeite de Lynxen in de lucht te houden. Van Haastert: „Het slijtageproces verloopt door de aanwezigheid op zee vrij snel.”
De NH90 is een gloednieuwe Europese helikopter waar alleen nog maar vijf prototypes van bestaan. De marine koopt voor ruim 800 miljoen euro twintig stuks van de maritieme versie van de NAVO-heli. Hij wordt aangeprezen als „de modernste tweemotorige, tientons, multifunctionele helikopter van deze tijd.”
Het streven van de marine is dat er met ieder fregat dat op missie gaat een helikopter op het achterdek meereist. „De twee schepen die in het kader van Enduring Freedom in de Arabische Zee opereren hebben een helikopter aan boord, evenals de twee fregatten in de West.”
Op de website van de Abraham van der Hulst wordt echter melding gemaakt van een Belgische helikopter, een Alouette III, aan boord „omdat de Nederlandse marine geen helikopters beschikbaar heeft.” Dat is volgens Van Haastert niet helemaal het juiste beeld. „Soms zitten wij krap in mensen en materieel. Maar deze inzet is ook juist in het kader van de Belgisch-Nederlandse samenwerking die al jaren bestaat. Voor een fregat is het een must om een heli aan boord te hebben. Het zijn de ogen van het schip.”
Problemen om vliegers te krijgen heeft Van Haastert niet. De uitstroom baart hem wel zorgen. „Die is groter dan wij wensen. Wij kunnen qua salaris nu eenmaal niet met de KLM concurreren. We blijven ambtenaren.”
Met 19.000 vliegbewegingen per jaar is De Kooy het drukste militaire vliegveld van Nederland. En het wordt nog drukker. Minister Pronk van Ruimtelijke Ordening wil vliegveld Valkenburg inlijven voor woningbouw. De Orions moeten dan naar De Kooy verkassen. De oude Tweede Kamer voelde daar niet veel voor. Het wachten is op een besluit van de nieuwe Kamer.
„Twee vliegtuigen van de kustwacht komen zeker”, stelt Van Haastert. „De ene Dornier waar de kustwacht nu mee vliegt wordt in 2004 ingeruild tegen twee andere vliegtuigen. Die worden gestationeerd op De Kooy en door marinemensen gevlogen en onderhouden.”
Het wordt in de toekomst qua vliegbewegingen dus drukker in de kop van Noord-Holland. Probleem is dat De Kooy geen kant op kan. Ingeklemd tussen een vaart, een woonwijk en NS-rails zijn de mogelijkheden snel uitgeput. Als de Orions komen, moet de enige start- en landingsbaan zeker twee keer zo lang worden. „Ze kunnen nu wel landen maar komen nooit meer weg”, lacht Van Haastert.
„De besluitvorming ligt nu bij de politiek en het is wachten op wat zij uiteindelijk beslist.” Volgens de commandant is het „veel efficiënter” om de twee poten van de MLD op één veld te hebben. „De organisaties lijken heel sterk op elkaar. Het is veel beter om ze bij elkaar te zetten.” Den Helder is de aangewezen plek. „Hier zit de vloot, de kustwacht en dan de complete MLD.”