11 september
Niet de vraag óf, maar de vraag wannéér. Kort na de aanslagen in Londen, begin juli, waren de meeste Nederlanders ervan overtuigd dat Nederland een van de volgende doelwitten van al-Qaida zou zijn. Begin augustus nam die vrees verder toe, toen een adviseur van de Amerikaanse regering zei dat met name het openbaar vervoer in Amsterdam zo’n aanval zou kunnen verwachten. De waarschuwing was zo concreet, dat zelfs de periode erbij werd aangegeven: tussen half augustus en half september.Maar woog de dreiging echt? De feestvreugde en het aantal bezoekers bij het maritieme festival Sail en de homoparade door de Amsterdamse grachten plaatsten daar vraagtekens bij. Een seculiere krant sprak over ”Dansen op de vulkaan van het terrorisme”, Inmiddels is de vakantie voorbij en zijn de agenda’s weer gevuld. Gevoelens van angst zakken automatisch weg als de trein van het leven weer op gang komt.
Tot vrijdag. Twee dagen voor de beruchte datum van 11 september besloot minister Donner van Justitie tot extra toezicht op trein- en metrostations. Er zou sprake zijn van een lichte terreurdreiging. Samen met premier Balkenende haastte hij zich om te zeggen dat er geen reden was tot paniek en dat hij nog gerust in het openbaar vervoer zou stappen.
Natuurlijk is het verstandig dat de bewindslieden zulke boodschappen voorzichtig doseren. Paniek kan soms letterlijk dodelijk zijn, zoals bleek bij de tragische ramp op een brug in Bagdad. Bijna duizend mensen kwamen om het leven na een gerucht over een ophanden zijnde zelfmoordaanval.
Angst is dus een slechte raadgever, maar dat geldt ook voor ingebeelde veiligheid. Vrijdag zei president Bush dat, vier jaar na de aanslagen op de Twin Towers in New York, de internationale strijd tegen het terrorisme goed verloopt en dat er successen geboekt worden in Irak en Afghanistan. Ook binnen hun grenzen hebben de Verenigde Staten de afgelopen jaren de beveiliging van luchthavens en belangrijke gebouwen opgevoerd.
Maar de catastrofe na de orkaan Katrina heeft twee dingen geleerd: dat er nog andere gevaren zijn dan het terrorisme, en dat Amerika nog steeds slecht voorbereid is op een herhaling van 11/9. Als deze ramp niet ontstaan was door een orkaan maar door een nucleaire of chemische aanval, was de chaos bij de ontruiming en de hulpverlening vergelijkbaar geweest.
Is Nederland klaar voor een aanval? Die vraag is begin augustus vaak gesteld. Hetzelfde gebeurde na de orkaan in de VS: Zijn ónze evacuatieplannen wel in orde? Maar eer er een maand voorbij is, zijn we het vergeten.
Natuurlijk zijn rampenplannen nodig, moet het toezicht op telefoon- en internetverkeer uitgebreider, moeten haatzaaiende imams het land uitgezet kunnen worden. Maar zolang het daarbij blijft, is het symptoombestrijding en schommelen we heen en weer tussen angst en schijnveiligheid.
De voorzitter van de gemeenteraad van New Orleans zag dat in. „Misschien wil God ons reinigen”, zei hij, verwijzend naar het zondige karakter van de stad. Die les heeft Nederland broodnodig, christen en niet-christen. Alleen persoonlijke reiniging door het bloed van Christus biedt duurzame veiligheid.