Van Gennip: Bezem door vergunningen
„Het is tijd voor een grote schoonmaak.” Dat zei staatssecretaris Van Gennip (Economische Zaken) vrijdag in een toelichting op het besluit van het kabinet de bezem te halen door het Nederlandse vergunningenstelsel.
Alle vergunningen worden voor 1 mei volgend jaar getoetst op nut en noodzaak. Als blijkt dat vergunningen toch nodig zijn, moeten ze minder last met zich meebrengen voor bedrijven en burgers. Dat kan door de looptijd van de vergunningen langer te maken, maar ook door de regels eromheen te vereenvoudigen.
Het kabinet gaat dit samen doen met ondernemers, maar ook met gemeenten, provincies en waterschappen. Het zijn vooral de gemeenten die veel ergernis veroorzaken bij bedrijven en burgers.
Van Gennip vindt ook dat nalatigheid van de overheid bij het verlenen van vergunningen niet zonder gevolgen kan blijven. De Tweede Kamer suggereerde in een motie van CDA en VVD dat bij overschrijding van een bepaalde termijn de overheid een eenvoudige vergunning automatisch zou moeten verlenen. Onderzocht wordt bij welke vergunningen dat kan, maar de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) voelt hier niet voor.
Het kabinet laat zich nog adviseren door de commissie-Scheltema over de mogelijkheid van schadevergoedingen bij een te late beslissing van de overheid, maar ook dat valt slecht bij de VNG. Deze organisatie werkt wel mee aan een beoordeling van haar modelverordeningen, waarop de gemeenten hun vergunningenstelsels baseren.
Voor 1 mei volgend jaar moeten alle vergunningen getoetst zijn. Voorrang krijgen sectoren die het meest last hebben van de bureaucratie, zoals horeca, bouw, detailhandel en chemie.
De werkgeversorganisatie VNO-NCW is blij dat er gekapt wordt in het woud van vergunningen en vindt het jammer dat het kabinet niet een streep zet door de leges, de vergoeding die betaald moet worden aan de overheid voor een vergunning. Ook moeten er wat VNO-NCW betreft boetes komen als overheden nalatig zijn bij het verstrekken van vergunningen.