Uitstel kilometerheffing
Al meer dan twintig jaar breken ministers van Verkeer en fractiespecialisten in de Tweede Kamer zich het hoofd over de vraag: Hoe houden we de fileproblematiek enigszins in de hand? Na de oliecrisis van 1973/1974, waardoor de brandstoffen een eerste prijsinjectie kregen, dachten beleidsmakers dat de automobilist zou zoeken naar goedkopere alternatieven voor vervoer. Spoedig bleek dat een illusie. Het autobezit steeg voortdurend en daarmee evenredig het aantal files.
Tot nu toe heeft geen enkele aanpak de drukte op de weg kunnen verminderen. Meer asfalt leidde niet tot minder files. Hogere brandstofprijzen en verbetering van het openbaar vervoer evenmin. De automobilist hecht eraan met zijn eigen wagen te kunnen gaan en staan waar en wanneer hij wil.
Sedert het midden van de jaren negentig hebben de verschillende ministers van Verkeer en Waterstaat nagedacht over de invoering van een of andere vorm van belasting. In 1995 ging het om rekeningrijden. Automobilisten zouden moeten betalen als ze tijdens de spits de stad in- of uitzouden rijden. In 1999 werd dit spitsheffing genoemd. Twee jaar later kwam het idee van kilometerheffing op tafel. De automobilist zou voor elke gereden kilometer moeten betalen. Waarbij de tarieven per regio en per uur van de dag konden verschillen.
Tot nu toe heeft geen van deze plannen het gehaald. Minister Jorritsma voelde niets voor rekeningrijden. Haar opvolgster Netelenbos was er daarentegen warm voorstandster van. En toch lukte het niet. Binnen het parlement vond de minister de liberale coalitiepartner tegenover zich, buiten de Kamer de autolobby, aangevoerd door de ANWB, die kon rekenen op de warme sympathie van de ”Krant van wakker Nederland”.
De huidige minister, mevrouw Peijs, stelt de invoering van kilometerheffing opnieuw uit. Haar argument is dat de implementatie van dit systeem te duur uitvalt. De werkelijke reden lijkt te zijn dat de VVD dwarsligt. De liberalen vrezen een afstraffing door de kiezer, die volgend jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen naar de stembus moet.
Peijs laat hiermee een mooie kans om het mobiliteitsprobleem aan te pakken aan haar neus voorbijgaan. Anders dan bij voorgaande plannen voor een vorm van kilometerheffing, lag er nu een advies van de commissie-Nouwen waar de machtigste lobbyorganisatie van het land, de ANWB, achter staat. Die kans had de minister moeten grijpen.
Ook al schuiven automobilisten -zeker in de Randstad- dag in dag uit weer aan in de file, het stilstaan en sukkelend rijden is een geweldige bron van irritatie. Bovendien kost het de economie elke 24 uur miljoenen. Daarbij komt de wetenschap dat het autogebruik de komende vijftien jaar nog eens met 40 procent zal toenemen. De fileproblematiek wordt alleen maar erger, waardoor snelwegen in het westen van het land permanent schuifelwegen zullen worden.
Om de toename van het autogebruik op te vangen, is het onontkoombaar dat er meer asfalt wordt aangelegd. Dat wil de minister doen. Maar om de automobilist te dwingen bewuster en beperkter gebruik te maken van zijn vervoermiddel is het nodig dat hij de tol voor het rijden betaalt. Het beleid van Peijs is halfslachtig.