„Traditie kan versplintering niet keren”
„Wie met behulp van kerkelijke tradities de kerkelijke versplintering wil tegengaan, probeert een brand te blussen met benzine. Zo bevorderen we de secularisatie, omdat we ons vertrouwen niet meer op Christus stellen maar op iets van menselijke makelij. Die denklijn is fundamenteel fout.”
Dr. R. Seldenrijk, directeur van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) en onder meer schrijver van het boek ”Man en vrouw in de traditie der eeuwen”, sprak donderdag in Utrecht voor de reformatorische studentenvereniging Depositum Custodi (DC). De lezingen van DC gaan dit jaar over het thema ”traditie”.
Volgens de NPV-directeur heeft de traditie een januskop, omdat mensen niet zonder tradities, die zorgen voor structuur en overdracht, kunnen. „Ze kunnen evenwel ook tot verstarring leiden.”
Seldenrijk signaleerde dat tradities, organisaties en maatregelen fungeren als zwemvesten, waarop mensen hun vertrouwen stellen en waarvan ze hun heil verwachten. „Als iemand vraagtekens bij die tradities zet, raken we in paniek en klemmen ons uit alle macht des te meer vast. Als we ze kwijtraken, lijken we verloren. We beseffen niet dat door ons aan de tradities vast te klemmen in plaats van aan Christus, we in feite de slag hebben verloren.”
Hij erkende dat tradities belangrijk zijn in het doorgeven van de waarden van het christelijk geloof, maar niet zoals in de Rooms-Katholieke Kerk, waar de traditie naast de Schrift staat. Hij haalde artikel 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB) aan, waarin de volmaaktheid en genoegzaamheid van de Heilige Schrift beleden wordt boven menselijke geschriften, gewoonten en andere menselijke overleveringen.
„Luther zei in dat verband: Zelfs al zou het waar zijn dat de mensen slechter worden door de prediking van de genade, dan nog mogen we er niet mee ophouden. Want als we weer terug zouden vallen op de traditie, leggen we Gods Woord naast ons neer.”
De spreker noemde een aantal tradities uit de protestantse orthodoxie waarmee sommigen omgaan op een wijze alsof ze rechtstreeks uit de Heilige Schrift af te leiden zouden zijn: de exclusiviteit waarmee de Statenvertaling als de beste bijbelvertaling wordt gepresenteerd, de vereenzelviging van zondag met sabbat, de christelijke feestdagen en het kerkelijk jaar en de kerkelijke structuren.
Seldenrijk is niet tegen deze tradities, maar plaatst er wel een kritische kanttekening bij. „Tradities mogen wel, maar uitsluitend op voorwaarde dat ze niet verplichtend worden opgelegd en dat ze niet evenveel of zelfs meer gezag krijgen dan het Woord van God.”
Tijdens de bespreking vroeg een student wat te doen als mensen erg vastzitten in niet-bijbelse tradities. Seldenrijk antwoordde tradities niet verkeerd te vinden als mensen die voor zichzelf naleven en die niet dwingend aan hun omgeving opleggen. „Het wordt anders als mensen tradities die niet uit Gods Woord komen aan anderen opleggen.”
Hij raadde studenten aan tradities niet te willen veranderen, „omdat jouw kracht te klein is om die uit te roeien en je eraan ten onder gaat.” Hij vond het evenwel ook niet nodig dat ze zich zouden voegen naar degene die „het nauwst in de ingewanden” is in het vasthouden aan zulke tradities. „Probeer een ander door naastenliefde voor Christus te winnen. Respecteer elkaar en geef elkaar de ruimte. Zoek houvast in de Schrift, opdat je niet in je eigen gemoed gaat wankelen.”
De spreker pleitte voor een open houding ten opzichte van de cultuur. „In de kracht van de Geest kunnen we overal staande blijven. We moeten niet te bang zijn voor de uitingen van de moderne cultuur. Het is te wensen dat christenen op dat gebied meepraten en meedenken, zodat ze ambassadeurs van de Heere Jezus kunnen zijn. Paulus op de Areopagus heeft laten zien dat het kan.”