„Antidiscriminatie is staatsgodsdienst”
SGP-partijvoorzitter Kolijn had dít niet verwacht van de Haagse rechtbank. Stopzetting van subsidiëring door de staat. „Ik voel me even een vreemde in mijn eigen land. Ik zie de uitspraak als bewijs van afnemende tolerantie en als teken des tijds.”
Kolijn leest in de rechterlijke uitspraak van woensdag een duidelijke keuze voor het antidiscriminatiebeginsel ten koste van klassieke vrijheidsrechten. „De rechtbank zegt wel dat hij formeel geen uitspraak doet in de precaire discussie over de grondrechten, maar feitelijk is woensdag gekozen voor antidiscriminatie van vrouwen boven de vrijheid van godsdienst en vereniging. Dat is heel kwalijk, omdat de regering, de Tweede Kamer en andere rechters steeds hebben gezocht naar een evenwicht tussen non-discriminatie en klassieke grondrechten.”
Kolijn vindt dat de rechtbank in de uitspraak onvoldoende de wetsgeschiedenis in rekening brengt. „De uitspraak is vooral gebaseerd op het VN-Vrouwenverdrag, dat overheden ertoe verplicht vrouwen op gelijke voet met mannen te laten deelnemen aan de politiek. De Nederlandse regering heeft dat verdrag aanvaard, dat klopt. Tijdens de behandeling van dit verdrag in de Tweede Kamer is de positie van de SGP uitgebreid ter sprake gekomen. De regering stelde toen duidelijk dat er voor de SGP met haar opvattingen ruimte moest blijven. Deze uitspraken horen bij de wetsgeschiedenis en de rechter heeft die niet bij zijn uitspraak betrokken. Dat verbaast mij.”
De uitspraak is volgens de SGP-voorman een fundamentele inbreuk op het verenigingsrecht. „Er is in Nederland kennelijk geen vrijheid meer een vereniging in te richten zoals men denkt dat het op bijbelse gronden moet. Waarom mogen wij na een bestaan van bijna negentig jaar niet meer vinden wat we altijd vonden? Waarom wil men ons de vrijheid ontnemen om de partij zo in te richten zoals wij denken dat het moet? Dit raakt ons beginsel. Het doet enorm veel pijn als daarvoor in Nederland geen ruimte meer is.”
Kolijn kan niet anders dan concluderen dat de tolerantie afneemt. „Amper twintig jaar geleden was er nog respect voor mensen die op grond van bijbelse argumenten een afwijkend standpunt innamen. Wie nu een afwijkend standpunt heeft, wordt voor de rechter gedaagd en veroordeeld.”
Zijn slotsom is dat het gelijkheidsbeginsel een staatsgodsdienst is waarvoor iedereen moet buigen. „Als je daarin niet meegaat, ontstaan er twijfels over je democratische gezindheid. SGP’ers zijn kennelijk een minder gewenst verschijnsel in de Nederlandse samenleving. Dat komt bij mij hard aan. Het is tekenend voor de tijd.”
Is het ook een zogeheten „teken des tijds”?
„Ook dat. Er is op dit punt geen ruimte meer voor een beroep op bijbelse gegevens. Dat is schrikken. Ik denk dat deze uitspraak op den duur ook consequenties zal hebben voor kerken die geen vrouwen als ambtsdragers toelaten.”
Wat gaat u doen als minister Remkes van Binnenlandse Zaken straks de subsidiekraan dichtdraait?
„We kunnen -en dat geeft de rechter ook aan in het vonnis- in beroep gaan tegen een afgewezen subsidieverzoek. De bestuursrechter moet dan een nieuwe afweging maken.”
Betekent het dichtdraaien van de subsidiekraan het einde van de SGP?
„Ik ben niet pessimistisch. Geld is een belangrijke voorwaarde en 800.000 euro is geen kleinigheid, maar ik denk dat er mogelijkheden zijn om ook zonder overheidssubsidie te blijven functioneren. Ik denk dat voor- en tegenstanders van volwaardig vrouwenlidmaatschap daar best hun schouders onder willen zetten.”
De SGP kan natuurlijk ook tegemoetkomen aan de wensen van de rechtbank.
„Dat kan, maar dat doen we niet. We gaan vanwege een zak met geld niet overstag. We zouden ons volstrekt belachelijk maken als we op grond van deze rechterlijke uitspraak ons principiële standpunt zouden wijzigen. Het probleem is wel dat het verdere debat over dit onderwerp mede in het teken zal staan van al dan niet subsidiëren. Dat moet niet. Voor mij persoonlijk is het onacceptabel dat de passage over het ontzeggen van passief kiesrecht aan vrouwen verandert. Als deze wijzigt, zal ik terugtreden als partijvoorzitter.”
Bent u dan wel bereid om het lidmaatschap van vrouwen te accepteren?
„Van mij persoonlijk hoeft het niet, maar ik zou wel kunnen leven met het feit dat vrouwen mogen meebeslissen op kiesverenigingen. Juridisch ligt dat echter erg moeilijk, want als je accepteert dat vrouwen volwaardig lid zijn, moet je ook accepteren dat ze gekandideerd kunnen worden op kieslijsten. Daar heb ik principiële bezwaren tegen.”