Grote achterstand in armoedebestrijding
De internationale gemeenschap heeft een zo grote achterstand bij de bestrijding van armoede en honger dat de komende tien jaar miljoenen mensen meer zullen overlijden dan wanneer de in 2000 in het kader van een VN–akkoord gemaakte afspraken wel zouden zijn nageleefd.
Dat stelt de VN–ontwikkelingsorganisatie UNDP in een woensdag gepubliceerd rapport.
Vijf jaar geleden maakten de VN–lidstaten afspraken die er toe zouden moeten leiden dat in 2015 het aantal armen gehalveerd zou zijn, maar die voornemens zullen bij lange na niet worden gehaald, waarschuwt het UNDP. Alleen een sterke verhoging van de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking en internationale economische ontwikkeling kunnen voorkomen dat de armoedebestrijding faalt. Er is de afgelopen jaren wel enige vooruitgang geboekt, maar veel minder dan nodig is om de doelstellingen te halen, aldus het UNDP–rapport.
Medio september bespreken de VN–lidstaten op een armoedetop de vooruitgang bij het terugdringen van de welvaartsachterstand van arme landen. Vooral de investeringen in gezondheidszorg en onderwijs blijven ver achter bij de in internationaal verband gemaakte afspraken, stelt het UNDP.
In het jaar 2.000 werd op een ontwikkelingsconferentie van de Verenigde Naties tot doel gesteld de absolute armoede in de wereld, mensen die minder dan een dollar per dag uit te geven hebben, voor 2015 met de helft terug te brengen. Ook over het verbeteren van het onderwijs in arme landen, het verbeteren van de drinkwatervoorziening en het terugdringen van de verspreiding van aids zijn toen afspraken gemaakt, die echter evenmin zullen worden gehaald als er de komende jaren niet veel meer geld voor wordt uitgetrokken.
Om een goede kans te maken de doelstellingen alsnog te halen is ook de hulp van de private sector nodig, zegt de UNDP. VN–secretaris–generaal Kofi Annan waarschuwde vorige week al voor het mislukken van de VN–armoedetop. De top moet leiden tot een kaderovereenkomst over de bevordering van de mensenrechten, het verbeteren van sociaal–economische omstandigheden in arme delen van de wereld, de bestrijding van terrorisme en het bevorderen van vrede. De bedoeling is dat voor de realisering van die doelstellingen een aantal nieuwe VN–agentschappen worden gecreëerd met meer bevoegdheden dan de nu vaak vleugellamme VN–organisaties.