Verkiezingen in Duitsland
De buitenlandredactie start woensdag met een serie over de Duitse verkiezingen. In vijf bijdragen zal de Duitse politicoloog en freelance vertaler Volker Jordan uit Brome (Nedersaksen) zijn kijk geven op deze stembusgang.
Alle kiesgerechtigde Duitse burgers zijn ertoe opgeroepen bij de landelijke verkiezingen op zondag 18 september naar de stembus te gaan. In de campagne voor de bondsdagverkiezingen gaat het dit jaar in de eerste instantie om economische vraagstukken en om de belastingpolitiek.
Welke partij of coalitie zal in staat zijn het drukkend probleem van de 4,7 miljoen werklozen op te lossen? En welke politieke kracht zal de ontwikkeling van de sterk stijgen benzineprijzen kunnen stoppen? Wie zal de hoge staatsschulden indammen? Welk ontwerp voor de toekomstige stelsel van de belastingheffing werkt het beste en is het meest sociaal verantwoord?
Belangrijke vraag is ook of de Christen-Democratische Unie (CDU) na 18 september haar plannen tot verhoging van de BTW met 2 procentpunten naar 18 procent kan doorzetten. Misschien dat de CDU dan eerst een regeringscoalitie met de Vrije Democratische Partij (FDP) moet aangaan. Vragen te over dus.
Ook andere onderwerpen spelen in de campagne een rol. Eén ding is duidelijk. De uitslag van de komende verkiezing is nog veel minder dan in 1998, en zeker dan in de jaren zeventig en tachtig, ideologisch bepaald. De programmatische en wereldbeschouwelijke visies van de partijen liggen niet meer zo ver uit elkaar als in het verleden. De klassieke tegenstelling tussen rechts en links is bij de partijen in de Bondsdag uitgehold. Dat blijkt ook uit recent verkiezingsonderzoek. De levensbeschouwelijke opvattingen van de lezer spelen nauwelijks een rol bij zijn politieke keuze. Politieke en ethische vraagstukken doen nauwelijks meer ter zake, terwijl dat juist de onderwerpen zijn waar het in de strijd der geesten in onze wereld allereerst om gaat, of in ieder geval zou moeten gaan.
Daar komt nog bij dat er een heel belangrijk verschil is tussen het Nederlandse en het Duitse kiesstelsel. Nederland kent het systeem van evenredige vertegenwoordiging met een heel lage kiesdrempel. Daardoor kunnen ook kleine christelijke partijen zoals de SGP en de CU in de Tweede Kamer komen. Duitsland heeft een ander systeem. Vanwege de slechte ervaringen met splinterpartijen en de opkomst van het politieke extremisme tijdens de Republiek van Weimar heeft het de gepersonaliseerde meerderheidsverkiezing met een kiesdrempel van 5 procent. Een christelijke partij die duidelijk voor bijbelse normen en waarden uitkomt, maakt daarom geen kans om zetels in de Bondsdag te behalen. En zeker geen reformatorische partij -die trouwens niet bestaat- niet. Zo’n partij zou nog niet op een promille kunnen rekenen. Voor christenen betekent dit dat zij in het parlement zonder een politieke vertegenwoordiging zijn. En zeker voor degenen van hen die om gewetensredenen op geen van de bestaande grote partijen kunnen stemmen.