Fazio’s uren lijken geteld
De Italiaanse regering heeft zijn handen afgetrokken van Antonio Fazio, de president van de Italiaanse centrale bank. Zijn aftreden lijkt een kwestie van dagen.
Antonio Fazio verloor de afgelopen dagen het vertrouwen van de regering. „Iedereen moet volgens zijn eigen geweten de conclusie trekken ”, zei premier Silvio Berlusconi maandag, wat in het Italiaanse politieke jargon betekent dat Fazio er alleen voor staat. Vier dagen eerder stuurde de minister van Financiën, Domenico Siniscalco, als eerste regeringsverantwoordelijke aan op het ontslag van Fazio.
De positie van Fazio staat al wekenlang onder druk. Dat begon toen in de Italiaanse pers zijn door justitie afgeluisterde telefoongesprekken werden afgedrukt. Daaruit blijkt dat hij bescherming bood aan onder anderen Gianpiero Fiorani, de baas van Banca Popolare Italiana (BPI, voorheen Banca Popolare di Lode geheten). Die was in een overnamegevecht verwikkeld met ABN AMRO om Banca Antonveneta. Toen Fazio in juli vooraf Fiorani inlichtte dat de centrale bank het groene licht zou geven voor het bod van BPI, bedankte Fiorani hem met de woorden: „Ik kan je een zoen op je voorhoofd geven, Tonino.”
Justitie opende in mei een onderzoek naar de dubieuze handelswijze van BPI. Na de gepubliceerde telefoongesprekken volgde de inbeslagname van BPI’s aandelen Antonveneta. Daarna kon Fiorani geen kant meer op. Zodra justitie en de beurswaakhond het groene licht geven, zal BPI zijn aandeel in Banca Antonveneta aan ABN AMRO van de hand doen, zo schreef het doorgaans goed ingelichte dagblad La Repubblica gisteren. In dat geval zou ABN AMRO een meerderheid van circa 60 procent van de aandelen in handen krijgen. De overnamestrijd rond Antonveneta zou daarmee in het voordeel van de Nederlandse bank beslecht zijn.
De oppositie dringt al weken aan op het aftreden van Fazio. Zij vreest voor de reputatie van het Italiaanse financiële systeem in het buitenland. Volgens een opinieonderzoek waarvan de uitkomsten gisteren werden bekendgemaakt, wil 64 procent van de bevolking dat Fazio verdwijnt als bankpresident. Ook collega’s bij de Europese Centrale Bank zouden genoeg hebben van Fazio.
Volgens berichten van het Italiaanse persbureau ANSA van gisteren zou met name minister Zalm openlijk voor het aftreden van Fazio pleiten. ANSA: „Bronnen in de omgeving van Zalm verklaren dat de minister geheel achter de positie van minister van Financiën Siniscalco staat. Ook veel andere ministers van Financiën in andere Europese landen denken er zo over. In Nederland wordt de zaak op de voet gevolgd.” Op de financiële topconferentie in Manchester van vrijdag en zaterdag zou volgens deze bronnen de positie van Fazio worden besproken.
Maar Fazio is zich van geen kwaad bewust, zoals bleek uit de lange verklaring die hij twee weken geleden voor de hoogste bankraad aflegde, waarin hij zijn handelen verantwoordde. Hij had aanvankelijk de steun van de regering, ook al was het alleen de kleine coalitiepartner Lega Nord die hem de hand boven het hoofd hield. Die loyaliteit was gebaseerd op het feit dat de BPI de zogenaamde Legabank van een faillissement had gered. Lega Nord trok gisteren min of meer zijn handen af van de bankpresident. Dat blijkt uit verklaringen van Lega-ministers na een diner op het landgoed van premier Berlusconi gisteravond.
Ook al mist Fazio de steun van Berlusconi, dat wil niet zeggen dat de 68-jarige Fazio zomaar vertrekt. De centrale bank opereert onafhankelijk van de regering. Alleen de hoogste bankraad heeft het recht om de bankpresident te vervangen, en alleen met een tweederde meerderheid van stemmen. Fazio heeft niet de intentie om te vertrekken en hij hoopt op de medewerking van de dertien leden van de hoogste bankraad. Het kan meespelen dat de meesten van hen door hem zijn benoemd.