Bij het ongeval kwamen vijf onderhoudsmedewerkers om het leven. Een 65 meter hoge steiger stortte in de nacht van 27 op 28 september 2003 in elkaar in een stoomketel van de centrale in Geertruidenberg. Acht gritspuiters, ingehuurd om de ketel schoon te maken, werden bedolven onder een berg stalen pijpen.

Drie mannen konden levend worden gered tijdens een zeer complexe, vijf dagen durende bergings- en reddingsoperatie. Drie Rotterdammers van Turkse afkomst en twee Amerikanen kwamen om het leven.

Na een uitgebreid onderzoek daagt het openbaar ministerie de bedrijven CMI Energy Services, Hertel en Albuko voor de rechter. De aanklagers stellen dat er fouten zijn gemaakt in het ontwerp van de steiger en dat er onvoldoende coördinatie is geweest tussen de bedrijven die bij de ketelrevisie waren betrokken.

Het OM vervolgt de hoofdaannemer en de steigerbouwers voor dood en lichamelijk letsel door schuld, overtreding van de Arbowet, overtreding van de Arbeidstijdenwet en (gedeeltelijk) voor het overtreden van de Wet arbeid vreemdelingen.

Daarnaast heeft justitie vervolging ingesteld tegen een persoon die wordt verdacht van dood en lichamelijk letsel door schuld. Essent, de eigenaar van de centrale, blijft buiten schot. Persofficier van justitie T. Hendriks van het OM in Breda wil niets zeggen over de identiteit en de achtergrond van de verdachte persoon.

Het fatale ongeval in de Amercentrale leidde in het najaar van 2003 tot een ongekend omvangrijke opruimoperatie. Eerst moesten de lichamen en de gewonden uit de mikado-achtige hoop stalen buizen worden gehaald.

Een demontagebedrijf zette vervolgens anderhalve maand lang 200 mensen in om de steigerrestanten te verwijderen uit de ketel. Bij het inhoudelijke onderzoek kreeg de arbeidsinspectie hulp van de Unit Forensisch Technisch Onderzoek van de politie, het Nederlands Forensisch Instituut en TNO.