„Ook op school gaat het om kleur bekennen”
Uitkomen voor je levensovertuiging, vanuit Gods persoonlijke ontmoeting met jou. Dat is een goddelijke opdracht voor leerlingen en voor iedereen in deze maatschappij. Zonder strijd gaat dat niet, maar „God is nabij het volk dat hem belijdt, dat het voor zijn eer opneemt en met de zonde geen omgang wil hebben.”
Met deze woorden, in het verband van 2 Kronieken 13, opende ds. A. A. Egas, christelijk gereformeerd predikant te Urk, maandag het schooljaar van de Pieter Zandt Scholengemeenschap in Kampen. Het thema van de openingsbijeenkomsten, die plaatshadden in Staphorst, Urk, de aula van de school en het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente in Kampen, was dit jaar ”Kleur bekennen”.
Ds. Egas bepaalde zijn gehoor in het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente bij de strijd tussen Abía, de koning van Juda, en Jeróbeam, de koning van het tienstammenrijk. De eerste trok met 400.000 soldaten op tegen een dubbel zo groot leger onder aanvoering van Jeróbeam. Toch werd het tienstammenrijk verslagen. Niet door de betere strijdvaardigheid van Juda. Abía mocht echter de zonde aanwijzen in het rijk van Jeróbeam. Het tienstammenrijk verwachtte het van de kalverendienst. Abía mocht echter getuigen van de nabijheid van de Heere, doordat in Juda de dienst des Heeren onderhouden werd.
Abía wijst Jeróbeam op twee zilveren trompetten die de priesters bij zich dragen. Mozes liet ze maken bij de Sinaï. Niet alleen om het volk samen te roepen bij de tabernakel, maar ook om waarschuwingssignalen af te geven als er gevaar dreigde. „De Heere beloofde Zijn nabijheid als in nood op deze trompetten geblazen werd”, aldus ds. Egas. „Als Abía en Jeróbeam tegenover elkaar staan, is dat al 600 jaar geleden. Dan is het echter nog niet vergeten. Abía mocht dat ervaren. Hij is nog maar net koning als hij aangevallen wordt door Jeróbeam, een van de machtigste koningen die Israël ooit kende. Voor Abía is het twee tegen één. Stel het je maar eens voor als je als brugklasser staat tegenover twee grote jongens. En dan gaat hij Jeróbeam uitmaken voor afgodendienaar. Dat is nogal wat. Maar hij moet kleur bekennen. Hij wijst die machtige Jeróbeam op zijn zonden en zegt dat hij de oorlog niet zal winnen. „Wij hebben de zilveren trompetten.”” Uiteindelijk verslaat Juda het tienstammenrijk door Gods kracht.
Ook op school gaat het om kleur bekennen. Zowel voor leerlingen als docenten, aldus ds. Egas. „Kleur bekennen hoort bij een kind van God. Je kunt merken waar hij staat. Hij is een pelgrim op weg naar het hemels Kanaän. God is nabij het volk dat Hem belijdt, dat het voor Zijn eer opneemt en met de zonde geen omgang wil hebben. Sta je aan de kant van de kalverendienst? Zondags naar de kerk gaan, maar door de week meedoen met de wereld? Of sta je aan de kant van Abía? Dat is een leven vol strijd. Je kunt een eenling zijn in de klas, in je buurt, in je gezin. Maar als je het van God verwacht, zal hij je niet begeven en niet verlaten.”
D. van den Dool, locatiedirecteur vmbo op de locatie Kampen van de scholengemeenschap, stelde dat kleur bekennen in de praktijk van alledag gevolgen heeft. „Kleuren hebben een betekenis. Zwart van zonde, rood van bloed en wit van reinheid. Of rood van stoppen en groen van doorrijden. Denk je daaraan als je met een groep van veertig naar school fietst?”
De school heeft volgens de locatiedirecteur een taak bij het voorbereiden van leerlingen op kleur bekennen. „Het begint in je persoonlijke ontmoeting met de Heere Jezus.” Maar ook kan de school leerlingen voorbereiden op hun rol later. „Op de Christelijke Hogeschool Ede verzorgen veel evangelische studenten vrijmoedig weeksluitingen. Reformatorischen zijn vaak schuwer. Is het moeilijk om vrijmoedig te zijn? Laat weten dat je rekening met God wil houden in je leven.”
De Pieter Zandt Scholengemeenschap start het schooljaar met 2890 scholieren, 191 meer dan vorig jaar. Van hen bezoeken er 414 de locatie Staphorst en 409 de Urker vestiging.