Zeeuws uitje voor familie Balkenende
„Ik ben ongelooflijk graag in Zeeland. Noe kan je vee praete in Den Haag, maar ik voele me ’ier gewoon tuus.” Premier Balkenende opende zaterdag in plat Zeeuws het Folklorefeest van Oˆns Boeregoed in Kruiningen. De folklorevereniging bestaat vijftien jaar.
Het is een echt familie-uitje voor de familie Balkenende. Zowel vrouw en dochter als de ouders van de minister-president zijn present. Dochter Amelie is voor de gelegenheid in traditionele Zuid-Bevelandse -de streek waar haar vader is geboren- klederdracht uit 1850 gestoken.
Balkenende heeft ’s ochtends de lachers al meteen op zijn hand als hij, na de burgemeester en de voorzitter van Oˆns Boeregoed, het woord neemt. Hij zegt nog nooit zulke korte toespraken meegemaakt te hebben dan hier in Zeeland. „De komende drie kwartier wil ik dan ook het volgende met u bespreken”, grapt hij. In werkelijkheid duurt zijn toespraak slechts een paar minuten.
Balkenende onderstreept het belang van een vereniging als Oˆns Boeregoed, vanwege het behoud en het uitdragen van Zeeuwse tradities, maar ook omdat de vereniging „recht doet aan het Zeeuwse dialect.” Hij onthult hoe hij zelf is opgegroeid met geschenken uit het Zeeuwse erfgoed. Zo kreeg hij bij verschillende gelegenheden onder andere een paar „zilveren boerenstikken”, een schilderij met een gezicht op de „Kattendiekse diek” en een „Zeeuws paeremes.”
Als de premier plotseling helemaal in het Zeeuws overschakelt, kan de dag voor de Zeeuwen niet meer stuk. „Ik ben ongelooflijk graag in Zeeland”, zegt hij. „Noe kun je vee praeten in Den Haag, maar ik voele me ier gewoon tuus. Ik bin er trots op een Zeeuw te wezen. ’t Is een volk van luctor et emergo.” En, vervolgt hij met een kwinkslag: „Lukt het vandaag niet dan lukt het merrege.” Luid applaus is zijn deel. Samen met de voorzitter van Oˆns Boeregoed hijst Balkenende vervolgens de Zeeuwse vlag terwijl hij uit volle borst het Zeeuwse volkslied meezingt.
De opkomst is groot. Het bonte publiek bestaat voor een aanzienlijk gedeelte uit in klederdracht gestoken Zeeuwen, maar er zijn ook traditioneel geklede Gelderlanders, Urkers en mensen uit Friesland afgereisd. „We zaten om zeven uur al in de bus.” Alle ingrediënten zijn aanwezig: ringrijden, volksdansjes en klederdrachtshows. In laatstgenoemde show legt een dame onder meer uit hoe je aan de dracht kon zien of een meisje huwbaar was en of ze gereformeerd of hervormd was.
„Wat zuh me noe eh!” roept Balkenende als zijn dochter onder een nepkoe plaatsneemt om die te melken. Hij wringt zich in allerlei bochten om zijn dochter Amelie op de foto te zetten. Vorige week zijn ze al in Kruiningen geweest om de kleding te passen en op maat te laten maken. Het was haar eigen beslissing om zo gekleed te gaan, vertelt de premier. Hij beaamt volmondig dat ook bij haar het Zeeuwse bloed nog door de aderen stroomt. Hoewel menigeen daaraan twijfelt, is het volgens Balkenende toeval dat hij binnen korte tijd drie keer in Zeeland is om een openingshandeling te verrichten.
Intussen loopt Amelie op klossen over het dorpsplein van Kruiningen en wordt Balkenende voorgesteld aan een bijzonder lid van Oˆns Boeregoed: de 75-jarige mevrouw Grootjans. Zij is het enige lid dat haar klederdracht uit Arnemuiden nog dagelijks draagt. „Wat ziet u er mooi uut”, reageert de premier. Mevrouw Grootjans vindt het de gewoonste zaak van de wereld. Al vanaf haar vierde verjaardag loopt ze dagelijks in dracht. Flitsende camera’s is ze gewend, ook in het buitenland, in Spanje en Oostenrijk. „Je wordt er niet goed van, van al die foto’s”, glimlacht ze.
Voorzitter Jaap Huissen van de jubilerende vereniging zegt erg blij en trots te zijn met de familie Balkenende als publiekstrekker en noemt de dag in één woord „grandioos.” Grandioos vindt ook de moeder van de minister-president het familie-uitje. Ze geniet zichtbaar. „Leuk eeh? We ontmoeten ier mensen die we in vuuftig jaer nie gezien hebbe. Net nog zagen we onze vroegere kinderoppas.”