De vorming van een unie werd door de regeringen van Servië en Montenegro overeengekomen na bemiddeling van de Europese Unie. Montenegro dreigde uit de Joegoslavische federatie te stappen, maar de internationale gemeenschap vreesde dat dat tot nieuwe instabiliteit op de Balkan zou leiden. Het federale parlement had in april ook al over de unie gedebatteerd, maar kwam toen niet tot overeenstemming.

In de nieuwe staat wordt het verband tussen Montenegro en Servië losser dan in de huidige federatie. Zij zullen een bond vormen van twee feitelijk soevereine staten. Zij besluiten wel gezamenlijk over de defensie- en buitenlandse politiek. Beide republieken houden de munt die ze nu hebben: Servië de dinar en Montenegro de euro.

Met de oprichting van een nieuwe staat moet een einde komen aan een al ruim drie jaar durend conflict tussen de twee deelrepublieken over de machtsverhouding binnen de federatie.

Nu het Joegoslavische parlement heeft ingestemd met de opheffing moet er een nieuwe grondwet komen. Als alles volgens plan verloopt, is nog deze zomer een ontwerp klaar. Daarna moeten in de deelrepublieken Servië en Montenegro verkiezingen worden gehouden voor een nieuw bondsparlement.

Servië en Montenegro zullen ook een zetel blijven delen in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Na drie jaar wordt bekeken of de deelrepublieken met elkaar verbonden blijven.

In het Lagerhuis werd het voorstel aangenomen met 74 tegen 23 stemmen en in het Hogerhuis met 23 tegen 6 stemmen.