Nieuwe techniek voor dijkversterking
Rijkswaterstaat heeft samen met tal van ingenieursbureaus twee nieuwe technieken voor dijkversterking zonder ophoging ontwikkeld. De dienst demonstreert de innovatieve vindingen donderdag bij de Zuider Lingedijk bij Leerdam.
Het gaat om de zogenoemde dijkvernageling, waarbij het dijklichaam met trekelementen in de grond wordt verankerd. Deze vernageling moet ervoor zorgen dat de dijk niet kan gaan schuiven, zoals twee jaar geleden bij Wilnis gebeurde. De schuifbestendigheid wordt de komende maanden met proeven in het laboratorium van GeoDelft getest.
De andere nieuwe vinding is het aanbrengen van met kousen omhulde buizen in de dijk en de daaronder liggende diepe zandlaag. De kousen worden gevuld met een vulmiddel en zetten dan uit als grote ballonnen. Die ballonnen verdringen slappe ondergrond en vormen zo schouders onder de dijk. De kunstmatige schouders moeten voorkomen dat een dijk bezwijkt door doorsijpelend kwelwater, een belangrijk probleem bij extreem hoge waterstanden.
De nieuwe technieken zijn ontwikkeld in het kader van het vernieuwingsprogramma van Rijkswaterstaat voor de watertaken van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Het project is begonnen omdat de grenzen van dijkverzwaring door ophoging en verbreding in zicht zijn. Toch wil het ministerie de dijken nog verder versterken voor nog hogere waterstanden, die zich mogelijk later in deze eeuw door klimaatverandering zouden kunnen voordoen. Verbetering in de dijk is waarschijnlijk ook goedkoper dan de grootschalige dijkversterkingen die eind vorige eeuw hebben plaatsgehad, zo denkt Rijkswaterstaat.
Vorig jaar presenteerde de dienst al een techniek om dijken binnenin een verstevigde ruggengraat te geven. Deze nieuwe mogelijkheid wordt volgend jaar waarschijnlijk in de praktijk toegepast langs de Nederlek in Schieland en de Krimpenerwaard.