In haar jaarverslag over 2001 meldt de stichting dat de kinderevangelisatiekampen in Oost-Europa per dit jaar niet langer worden ondersteund door vrijwilligers uit Nederland. De werkgroep kinderevangelisatiekampen werd om die reden ontbonden. Vijftig jongeren waren bij het werk betrokken. Achtergrond zijn de toegenomen mogelijkheden van lokale kerken. KOEH blijft de kampen wel financieel ondersteunen. Ze werden in 2001 bezocht door zo’n 1500 kinderen en jongeren.

Voor andere activiteiten dan de kernactiviteiten geldt, aldus het jaarverslag, „dat kwalitatieve groei een belangrijk aandachtspunt is, maar kwantitatief wordt gekozen voor stabilisatie en waar mogelijk afbouwen op termijn.” Bij dit laatste denkt KOEH aan projecten in Hongarije, Unter-Karpaten, Tsjechië en Slowakije. In Roemenië, Servië en Wit-Rusland blijft de hulpverlening beperkt tot een klein aantal activiteiten. Een en ander is het resultaat van de in 2001 afgeronde beleidsdiscussie ”Groeien of snoeien”.

De inkomsten overtroffen die van het jaar ervoor. De stichting ontving bijna 2,2 miljoen euro, tegenover 1,95 miljoen in 2000. In totaal is nu 2.122.222 euro beschikbaar voor het realiseren van de doelstellingen. In 2000 was dat nog 1.884.864. Aan de verwezenlijking van haar doelen besteedde KOEH vorig jaar 1.736.796 euro. Het kostenpercentage, dat aangeeft hoe de kosten van fondsenwerving zich verhouden tot de baten daarvan, bleef ook ditmaal onder de tien.

De stichting verhuisde in het verslagjaar naar een andere locatie in Nijkerk. Een grote loods voor de opslag van de hulpgoederen is nu binnen handbereik. Tot voor kort huurde KOEH daarvoor een loods in Genemuiden. In 2001 werden dertig hulptransporten naar Oost-Europa uitgevoerd.

Sinds eind 2001 is de hulporganisatie lid van Prisma, een vereniging van reformatorische en evangelische organisaties die actief zijn op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en werelddiaconaat.