Bedreigd door asfalt en beton
De A4 bij Leiderdorp: aanhoudend geraas, jakkerende auto’s, logge vrachtwagens. Uitlaatgassen verwaaien boven het kerkgebouw dat onder aan het talud, pal naast de snelweg ligt. Het had weinig gescheeld of het waterstaatskerkje van de gereformeerde gemeente was platgewalst onder asfalt en beton.
Het gebouw is baken te midden van het auto-, scheepvaart- en vliegverkeer. Hoog boven Leiderdorp zet een hemelsblauw KLM-vliegtuig de landing in. Over de Oude Rijn, aan de overkant van de straat, glijdt een eenvoudig plezierjacht. De eigenaars, in dikke fleecetruien, turen naar de horizon. Hopen misschien op beter zomerweer. Dapper gaat het blauw de strijd aan met leigrijze wolkenplukken.
Voor de glas-in-loodramen van de kerk zit dubbel glas. Tegen vandalisme en geluidsoverlast, zegt de geboren Leiderdorper en gemeentelid Gerrit Anker, in appelgroene polo. Al valt het op zondag best mee met het lawaai. „Er rijdt dan immers meer luxeverkeer dan vrachtverkeer.”
Een vrachtauto van Campina dreunt over het viaduct dat voor een deel bestaat uit een brug. Dat geeft nog eens extra herrie, omdat de banden de naden tussen de losse delen van het wegdek raken. De cadans is doordeweeks goed hoorbaar in de kerk. In de korte stiltes die bijvoorbeeld tijdens een zangavond vallen, spreekt de monotone stem van het verkeer.
De kerk is al verschillende malen met de sloop bedreigd. Boosdoeners waren de hogesnelheidslijn en de verbreding van de A4. Maar de loop van het HSL-traject werd verlegd en de verbrede snelweg wordt onder de grond gestopt, 16 meter onder het maaiveld. Huizen en flats aan de andere kant van de A4 zijn al tegen de vlakte gegaan. De kerk kan echter blijven staan, evenals het oude gedeelte van het dorp. „Op het gebed heeft de Heere wonderen gedaan”, zegt Jan Scheurwater. Hij vervangt de koster, zijn broer, die met vakantie is.
In 1988 verhuisde de gereformeerde gemeente van Leiden naar Leiderdorp. Het gebouw in Leiden, volgens Scheurwater „echt een pijpenlaatje”, werd te klein voor de groeiende gemeente. Gebrek aan parkeerruimte en de invoering van betaald parkeren deden de deur dicht. In Leiderdorp trokken de gereformeerden bij de hervormden in, waardoor het kerkje met de witte speklagen in de muren leeg kwam te staan.
Die speklagen zijn volgens Anker een kenmerk van de zogenaamde waterstaatskerkjes, gebouwen die zijn ontworpen door ingenieurs van Rijkswaterstaat. In Nederland zijn nog zeven kerkjes in dezelfde stijl te vinden. De consistorie werd na een felle brand in 1996 in een modern jasje gestoken.
„Luister, de brug staat open”, merkt Scheurwater op. „Nu hoor je dat geklapper niet meer.” Het verkeer is tot stilstand gekomen voor de brug over de Oude Rijn. Een enkel schip vaart zonder haast voorbij vereningsgebouw Irene, aan het water. Het vroegere bewaarschooltje is opgekocht door de gemeente. De oude pastorie daarentegen, in dezelfde stijl als de kerk gebouwd, was niet bij de koop inbegrepen. De koster wrijft zijn duim en wijsvinger veelbetekenend langs elkaar. Plannen om er de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten of desnoods de studenten daarvan te vestigen, liepen op niets uit.
Wie vanaf de parkeerplaats naast de kerk omhoogkijkt, ziet een blauw ANWB-bord met daarop de afbeelding van een benzinepomp en een pijl. Bijtanken kan na het nemen van de volgende afslag.
Dit is het laatste deel van een serie artikelen over kerken en hun omgeving, waarin acht kerkgebouwen werden geportretteerd die op bijzondere plaatsen staan.