Spaarloongeld moet ook rollen
De economie kwakkelt. Bedrijven zijn gedwongen te reorganiseren. Honderden arbeidsplaatsen komen te vervallen. Het aantal faillissementen in het midden- en kleinbedrijf neemt schrikbarend toe en ondernemingen van naam en faam komen in zwaar weer.
Burgers worden al jaren geconfronteerd met geringe loonsverhogingen en een dalende koopkracht. De overheid bezuinigt waar zij kan en bij iedere meevaller luidt de vraag: Wat doen we met het geld?
Ondertussen wordt er een discussie gevoerd over de beste remedie om de economie weer op gang te helpen. Het lijkt alsof partijen elkaar de bal toespelen. Volgens de regering zitten de burgers te veel op hun centen. Men pot maar op en omdat er geen geld wordt uitgegeven, draait de economie niet goed. De burgers reageren tegengesteld: er is eenvoudigweg niets te besteden. Alles wordt duurder, de pensioenpremies gaan omhoog en de lonen stijgen nauwelijks. Het lijkt vooral discussie over de kip en het ei.
Voorlopig neemt de regering in deze discussie het voortouw. Bijna heel werkend Nederland doet mee aan een spaarloonregeling. Naar schatting staat er zo’n 4,5 miljard euro op spaarloonrekeningen geparkeerd, verspreid over circa 4 miljoen spaarders. Waarom zou deze miljardenspaarpot niet kunnen worden aangewend om bestedingsruimte te creëren om zo de economie aan te jagen? Zodra we het geld laten rollen, zal de economie weer gaan lopen, aldus de regering.
Jaarlijks kan een werknemer ongeveer 613 euro van zijn brutoloon sparen. Dit levert een mooi fiscaal voordeel op. De restrictie was wel dat een gespaard bedrag vier jaar geblokkeerd op de spaarloonrekening stond. Behoudens speciaal aangewezen doelen (bijvoorbeeld de aankoop van een eigen woning, studie of onbetaald verlof) viel een gespaard bedrag pas na vier jaar vrij.
Inmiddels heeft de Tweede Kamer een wetsvoorstel van de regering aangenomen waardoor de wettelijke blokkeringsplicht wordt opgeheven en de spaartegoeden vrijelijk door de consument kunnen worden besteed. Het wetsvoorstel voorziet concreet in het vrijvallen van de bedragen die op grond van de spaarloonregelingen gedurende de jaren 2001 tot en met 2004 zijn gespaard, en wel per 1 september 2005. Let op: de tegoeden die in 2005 zijn gespaard, blijven geblokkeerd.
De Eerste Kamer moet het wetsvoorstel nog behandelen. In theorie kunnen de senatoren nog roet in het eten gooien. Staatssecretaris Wijn heeft echter de geachte volksvertegenwoordigers min of meer voor een voldongen feit geplaatst: bij besluit van 3 augustus 2005 heeft de staatssecretaris goedgekeurd dat, vooruitlopend op de totstandkoming van de wet, de wettelijke blokkeringplicht van de spaartegoeden per 1 september 2005 komt te vervallen. Mocht de Eerste Kamer onverhoopt het wetsvoorstel alsnog niet aannemen, dan vervalt per die datum, dus de datum waarop de Eerste Kamer het voorstel afwijst, de door de staatssecretaris verleende goedkeuring. De spaartegoeden die inmiddels zijn opgenomen tussen 1 september 2005 en de datum waarop de goedkeuring van de staatssecretaris vervalt, blijven ongemoeid en worden dus niet aldus belast.
Of het spaarloon ook feitelijk zal worden gedeblokkeerd is een zaak tussen de uitvoerder van een spaarloonregeling en de individuele werknemer. Als een werknemer over het spaarloon kan beschikken, is de vrijstelling in box 3 (de vermogensrendementvrijstelling) niet meer van toepassing (deze geldt alleen voor geblokkeerd spaarloon).
Als partijen zich echter aan het contract houden en het spaarloon gewoon op een geblokkeerde rekening blijft staan, is de vrijstelling wel van toepassing. Het is echter de vraag of voor de meeste particulieren deze vermogensvrijstelling erg interessant is.
Pecunia non olet, zo zeiden de Romeinen al. Vrij vertaald: aan geld zit geen luchtje. Maar of geld daarom ook zo maar moet en kan rollen, blijft de vraag. Het ziet er vooralsnog niet echt naar uit dat de burgers massaal tot besteding van de vrijkomende gelden over zullen gaan door de aanschaf van luxe artikelen. In veel gevallen zullen de tegoeden worden aangewend om de in de achterliggende jaren opgelopen achterstanden en schulden in te lossen.
De auteur is manager dienstverlening bij de RMU.