Duitse kiezer twijfelt en twijfelt
De Duitse christen-democraten onder leiding van Angela Merkel liggen met nog ruim twee weken te gaan op kop in de peilingen. Maar is de voorsprong voldoende om met de liberale FDP een coalitie te vormen? Of wordt het alsnog een grote coalitie bestaand uit CDU en SPD? De Duitse kiezer aarzelt.
Het Duitse magazine Der Spiegel verwacht 18 september een nek-aan-nekrace. „Een paar duizend stemmen kunnen bepalen hoe de volgende bondsregering eruitziet”, aldus het weekblad.
Volgens een opiniepeiling uitgevoerd door TNS Infratest in opdracht van Der Spiegel komen CDU/CSU en FDP samen uit op 49 procent, tegenover 48 procent voor SPD, Groenen en Linkse Partij samen.
Met zulke kleine verschillen zijn voorspellingen moeilijk. De geringste schommeling in de definitieve uitslag kan leiden tot een andere coalitieregering. Als de partijen het onderling eens worden is een voortzetting denkbaar van de huidige coalitie, uitgebreid dan met de Linkse Partij. Zelfs een rood-geel-groene coalitie behoort tot de mogelijkheden.
Alle opties zijn nog open omdat de Duitse kiezers aarzelen. Volgens Infratest heeft pas de helft van de kiezers een definitieve keus gemaakt. Der Spiegel schrijft dat het aantal stemgerechtigden in West-Duitsland dat nog geen keus heeft gemaakt, zelfs nog toeneemt. In juli was 44 procent er nog niet uit over de keus, in augustus was dit percentage opgelopen tot 48 procent.
In Oost-Duitsland weet men beter wat men op 18 september zal stemmen. Daar twijfelt ’slechts’ 36 procent. Een maand daarvoor was dit nog 45 procent. Waarschijnlijk is dit het gevolg van de opmerkingen van CSU-leider Edmund Stoiber, die de Oost-Duitsers „gefrustreerde” aanhangers van de Linkse Partij noemde.
Het Hamburgse weekblad Die Zeit vraagt zich af in hoeverre de peilingen te vertrouwen zijn. „Bij de in februari gehouden deelstaatverkiezingen in Sleeswijk-Holstein voorspelden de opiniepeilingen steeds een veilige voorsprong voor de SPD. Uiteindelijk won de CDU.”
Het weekblad roept in dit verband de bondsdagverkiezingen van 2002 in herinnering. Het instituut voor opinieonderzoek Allensbach, dat nauw verbonden is aan CDU/CSU, verkondigde drie weken voor de verkiezingen dat christen-democraten en liberalen voor lagen en dat er geen veranderingen in de standpunten van het electoraat te verwachten waren. Uiteindelijk gingen SPD en Groenen er alsnog met de winst vandoor.
De medewerkers van de instituten die onderzoek doen naar de mening van het volk, dekken zich in door te stellen dat „onze peilingen geen prognoses zijn, maar slechts momentopnames.” Forsa-directeur Klaus-Peter Schöppner zegt tegenover Die Zeit: „We kunnen alleen stemmingen meten. Dat heeft met stemmen op de verkiezingsdag niet per se iets te maken.”
Feit is wel dat politici en kiezers zenuwachtig worden van de peilingen, die elkaar in een steeds sneller tempo opvolgen. Nog nooit werden er zo veel peilingen gepubliceerd als de afgelopen weken. Wie is de geliefdste politicus in het land? Wie vertrouwt u het meest? Op welke partij zou u stemmen als er aanstaande zondag verkiezingen zouden zijn?
Elke dag zijn er nieuwe cijfers. En elke keer worden ze opnieuw geïnterpreteerd door politici en journalisten. Is het een wonder dat de kiezer doordraait en het niet meer weet? En omdat de kiezer het niet meer weet gaan de instituten nieuwe peilingen houden. En iedere nieuwe peiling maakt de kiezer minder zeker van zijn keus. Zo is de cirkel rond.